Hoogleraar Jan Zielonka: ‘De Unie is gedoemd, Europa niet’

17 juli 2015Leestijd: 9 minuten
'Tadeusz Późniak/Polityka'

Europeaan? Ja, dat is Jan Zielonka (60). De Pool doceerde in Leiden, is hoogleraar in Oxford en heeft een Italiaanse vrouw. Maar Europese integratie? Desintegratie!

Jan Zielonka lacht veel. Dat is een verademing in het permanente debat over Europa, de Europese Unie en de euro. De meeste discussies hierover leiden vooral tot chagrijn. Maar niet als Zielonka praat. ‘De Europese Unie is gedoemd te mislukken, Europa niet. Ik ben optimistisch.’

Zielonka denkt en schrijft al bijna veertig jaar over Europese politiek. Maar wat ­Europa is, weet hij nog steeds niet. ‘Dat is de one million dollar question. Ik was in Oekraïne waar mensen probeerden te bewijzen dat het centrum van Europa daar ligt.’ Hij lacht breed.

Europa is vooral veel níet. Geen continent, geen staat, geen culturele eenheid. Wat is het dan wel? ‘Europa is geografisch en ook cultureel, politiek en economisch verbonden.’

Een soort lotsverbondenheid dus. Maar dit Europa wordt volgens Zielonka – paradoxaal genoeg – ondermijnd door het project dat die lotsverbondenheid in­stitutionaliseert: de Europese Unie, en dan vooral de eenheidsmunt euro.

‘De euro is een bron van problemen. De euro houdt integratie tegen, in plaats van dat hij leidt tot grotere integratie. De euro leidt tot grote conflicten binnen de Unie én met buurlanden. Het gat tussen rijk en arm is alleen maar groter geworden. Kijk naar Spanje. Dat had tien jaar geleden 12 procent werkloosheid, ongeveer net zoveel als Duitsland. Nu is dat in Spanje 25 procent en in Duitsland 5 procent.’

Stakingen

Zielonka heeft een hele serie boeken geschreven over Europese politiek. Hij combineert daarin academisch denken met de politieke en economische realiteit. ‘Ik wil niet alleen wetenschapper, maar  ook een praktisch denker zijn.’ Dat komt mede door zijn liefde voor Europa – het ‘continent’ dat hij door zijn persoonlijke geschiedenis van vele kanten leerde kennen.

Hij komt uit Czarnowasy, een dorpje in Silezië dat voor de oorlog Duits was en nu Pools is. Hij studeerde eind jaren zeventig rechten in Wroclaw en promoveerde als politicoloog in Warschau.

Hij leerde Lech Walesa kennen, de anticommunistische vakbondsleider. Die leidde vanaf 1980 stakingen op de Lenin-scheepswerf in Gdansk tegen het communistische regime en werd na de ineenstorting van de Sovjet-Unie in 1989 de eerste democratische president van Polen.

‘In 2010 was ik in Gdansk om de dertigste verjaardag te vieren van Solidarnosc (Solidariteit), de vakbond van Walesa. De bekende Amerikaanse hoogleraar Francis Fukuyama was er ook. Hij kende niemand en sprak geen Pools. Over een populaire, aparte vrouw vroeg hij aan mij: “Wie is zij?”

‘Ik zei: “Henryka Krzywonos, zij was een van de belangrijkste personen in Solidarnosc want zij blokkeerde de uitgangen van de werf in Gdansk en voorkwam dat de staking eindigde.” Zij was gewoon trambestuurder. Gek hoe de geschiedenis loopt. Sommigen werden belangrijk en bekend in het buitenland, anderen niet.’

Bescheiden

Door de door Walesa aangevoerde opstand riep het regime in Polen de staat van beleg uit, waarna Zielonka in 1983 ‘om politieke redenen’ naar Nederland vluchtte. Hij werkte een jaar in Groningen, en was van 1984 tot en met 1996 docent internationale betrekkingen in Leiden.

‘Ik spreek ook een beetje Nederlands. Het is een moeilijke taal. De uitspraak, de zinsconstructies. En in Nederland spreekt iedereen Engels waardoor het moeilijk is Nederlands te leren.’ Hij is bescheiden. Zijn beheersing van het Nederlands is uitstekend. ‘Ik kijk nog wel naar het Nederlandse nieuws. Bijvoorbeeld toen vlucht MH17 boven Oekraïne was neergehaald.’

In 1996 werd hij aan de Europese universiteit van Florence hoogleraar. Sinds 2004 is de universiteit van Oxford zijn thuis, al verblijft hij vaak met zijn Italiaanse vrouw in hun Toscaanse huis.

Hij is in Oxford naast hoogleraar Europese politiek, houder van de Ralf Dahrendorf-leerstoel aan St Antony’s College. Genoemd naar de Duits-Britse hoogleraar Ralf Dahrendorf die in Duitsland staatssecretaris van Buitenlandse Zaken was, Europees Commissaris voor handel en onderzoek, én lid van het Britse Hogerhuis.

Niet geloofwaardig

Zielonka staat in die traditie. Dieper denken over de Europese Unie, zonder de retoriek van voor of tegen.

‘Er moet eerst open worden gepraat. Iedereen die iets aan de Unie wil veranderen, wordt gezien als anti-Europees. Dus wordt er niet gepraat. Eurofielen graven zich in, met aan de ande­re kant bijvoorbeeld de Britse premier David Cameron. Die verkoopt kleine hervormingen in Brussel thuis als grote overwinningen en laat mensen geloven in het sprookje van de soevereine natiestaat. Dat werkt niet. Dat vinden mensen niet geloofwaardig.’

Het debat over de Unie is volgens Zielonka al vanaf de dag van oprichting ­vervuild door belangen. ‘Veel mensen zijn vóór de Unie, omdat ze er geld van krijgen. Hetzelfde geldt voor niet-gouver­nementele organisaties. Zij zijn om opportunistische redenen vóór de Unie, niet fun­damenteel. Dat leidt tot ruis in het debat.

‘Gelukkig was er in recente jaren meer gesprek over de Unie – ook door niet-spe­cialisten, zoals de Duitse sociologen Ulrich Beck (begin dit jaar overleden) en Jürgen Habermas, en in de economische hoek. Maar het is te weinig. Wij als wetenschappers en journalisten doen het overigens niet beter dan politici.

‘We hebben de plicht om uit onze comfort zone te komen. We moeten de Unie veranderen om die te verbeteren. Gebruik van de Unie wat werkt en stop met wat niet werkt. Ik heb de oplossingen niet paraat. Maar we moeten het wel proberen, zoeken. En dat lukt niet als we stoppen met praten. Kom met goede ideeën! Anders zijn we slaapwandelaars.’

Slaapwandelen

Zielonka verwijst met de term ‘slaapwandelaars’ naar de bestseller Sleepwalkers van de Australische historicus Christopher Clark. Clark beschrijft de aanloop naar de Eerste Wereldoorlog. Weinig politieke leiders dachten dat er oorlog zou komen, en bijna niemand van hen wilde die. Maar door een aaneenschakeling van oncontroleerbare gebeurtenissen kwam er toch oorlog.

Zielonka ziet parallellen. De eurocrisis, de schuldencrisis, de Russische dreiging, de immigrantenmassa’s uit Afrika en het Midden-Oosten. Er gebeurt van alles zonder dat politici daarop grip lijken te hebben. Dat zet druk op de Europese Unie. ‘Het gevaar is dat de boel uit de hand loopt, de druk is hoog. Ik denk dat we al aan het slaapwandelen zijn. Niemand ziet: we zijn in een proces van desintegratie.’

Volgens Zielonka bestaat de natiestaat als machtscentrum nog wel, maar brokkelt die macht af. En daarmee ook die van de Europese Unie.

‘Staten groeiden in de Middeleeuwen uit tot militaire, economische en politieke bestuursmachten. De integratie van de Europese Unie redde na de Tweede Wereldoorlog de natiestaten en voorkwam dat we teruggingen naar het Europa van daarvoor – van kleine staten. De Unie gaf perspectief aan de natiestaat,  maakte na­tio­nale hoofdsteden belangrijk.’

Druk op de knop

Zielonka denkt dat de vorming van de Unie de afkalving van staatsmacht slechts heeft uitgesteld. En dat de Unievorming juist tot een versnelde vermindering van centrale staatsmacht leidt. Het is het thema van zijn nieuwste boek Is de EU gedoemd?

‘Natiestaten zijn door de uitbouw van de Unie de initiators van mondialisering en daardoor zijn de laatste drie decennia de grenzen veranderd en vervaagd. Eerst door de val van het communisme, waarvan de strijd in Oekraïne het laatste hoofdstuk is.

‘Daarna hebben de Unie-landen door het verdrag van Maastricht in 1992 vrijheid gegeven aan kapitaal. Toen kwam de internetrevolutie, de vrijheid van communicatie. Geld gaat met één druk op de knop de wereld over. Deze drie revoluties produceren winnaars en verliezers.’

Hij ziet als winnaars: sommige steden, multinationals, ngo’s en internationale organisaties als de Wereldhandelsorganisatie en de Europese Centrale Bank.

‘We leven in een hybride omgeving. Niet in een Europa van exclusief soevereine staten, maar met semi-imperialistische steden zoals Londen en failed states zoals Griekenland. Maar wie zitten in de Unie aan tafel? Niet de steden, wel Cyprus en Letland. Belachelijk. De Europese Unie past zich niet aan de nieuwe realiteit aan.’

Volgens hem zijn de bestuursstructuren van zowel de Unie als de landen niet gemaakt voor de hedendaagse uitdagingen en steken we de kop in het zand. ‘Ik leefde in het communistische Polen en een bekende grap was: Stalin, Chroesjtsjov en Brezjnev zitten in een trein naar de Oeral. Plots stopt de trein, want er is geen spoor meer.

Stalin wil de machinist doodschieten, Chroesjtsjov het eerder bereden spoor afbreken en gebruiken om daarop verder te rijden. Brezjnev zegt: “Laten we de gordijnen sluiten en doen alsof we rijden.”‘

Dus Europese politici doen alsof de trein nog rijdt en zij de macht hebben? ‘Kijk naar de eurocrisis. Politici konden de markten niet temmen. De ongekozen bureaucraat Mario Draghi sprak zijn bijzondere zin “Whatever it takes” en bracht de markten tot rust.

‘Maar daardoor werd de Slowaakse premier weggestemd. En bedrijven organiseren hun eigen arbitrage, rechtssysteem. Zij hebben genoeg van natiestaten. Dit zijn grote ontwikkelingen en we hebben instituties nodig die deze ontwikkelingen reguleren. We moeten formaliseren wat er gebeurt, dat moet transparant zijn en met regels.’

Peilingen

Is een unie van Verenigde Europese Staten daarvoor niet het perfecte vehikel?

‘De Verenigde Staten hebben één culturele grondslag, in de Europa ontbreekt die. Daardoor komt telkens de vraag op of de Unie wel bestaansrecht heeft. We moeten stoppen met de valse voorstelling dat we bouwen aan een unie-natiestaat. We hebben het publiek verloren. De peilingen laten zien dat zelfs in pro-Unielanden de steun erg is afgenomen. Sinds de nieuwe grondwet in 2005 is weggestemd door de Fransen en de Nederlanders zit de Unie vast.’

Volgens Zielonka kunnen we ons dat gezien alle uitdagingen niet veroorloven. ‘Want als het dan slecht weer is, stort de boel in. De desintegratie van de Unie is al begonnen. Zeker als Griekenland en het Verenigd Koninkrijk eruit gaan. We houden onszelf voor de gek. Kijk naar de verkiezingen voor het Europees Parlement. Marine Le Pen was in Frankrijk de grootste en Nigel Farage met UKIP in het Verenigd Koninkrijk.

‘En toch krijg je het ancien régime van Jean-Claude Juncker. In Brussel noemen ze dat dan de triomf van de democratie. Dat gelooft niemand behalve mensen in de Brusselse bubbel. In Italië moest ik op Silvio Berlusconi stemmen, wilde ik Juncker krijgen.’

We leven daardoor steeds meer in fictieve democratieën, zegt Zielonka. ‘Er is behalve een crisis in de Unie-integratie een parlementaire representatiecrisis. In de nationale politiek kun je de regering wegsturen als je er ongelukkig mee bent. In de Unie is dat mechanisme afwezig. De stemmen worden anders vertaald dan je wilt.’

Ellende

Ook stemmen op nationale politici heeft, zeker in kleinere landen, nog maar beperkt invloed, analyseert hij. ‘Iedereen weet: de Duitsers bepalen. Het gaat erom of bondskanselier Angela Merkel en haar minister van Financiën Wolfgang Schäuble het eens zijn. Je wilt niet op zulke machtsarrangementen vertrouwen. Gelukkig zijn zij verantwoordelijke mensen.

‘Maar zij willen die machtspositie helemaal niet. Telkens als de Duitsers wilden leiden, leidde dat tot ellende. Zij hebben nooit een wereldrijk gehad en weten niet hoe te leiden. En hoe moeilijk dat is, weten de Sovjets en de Britten. En als formele machtsinstituties niet werken, nemen informele krachten het over.’

Hoe moet het dan wel?

‘We verwachten van politici dat zij zorgen voor veiligheid en voorspelbaarheid. Als zakenman verwacht je dat, anders investeer je niet. De  Unie doet een aantal zaken goed en die moeten we handhaven. Zoals handel, we zijn sterker als we samen optreden. Maar de grootste kracht van de Unie is de kracht van het voorbeeld. Eisen aan producten. De Unie zet de standaard voor de hele wereld. Ga daarnaast buiten de Unie raamwerken ontwikkelen.

‘Steden die samenwerken. Dat gebeurt gelukkig al. Het moet van onderop komen, zodat mensen weer een stem krijgen. Ik geloof niet dat je met één trucje alles kunt oplossen. Maar ik ben positief. We kunnen dit aan. We moeten alleen niet handelen zoals in het Brezjnev-grapje.’

Elsevier nummer 30, 18 juli 2015