Niet iedereen die ‘Je suis Charlie’ zegt, is even geloofwaardig

Europese burgers zijn massaal verontwaardigd. De voorraad aan verzachtende omstandigheden is opgeraakt. Maar het is niet gemakkelijk om iedereen die nu ‘Je suis Charlie’ zegt, te geloven.

‘Mag ik dit zeggen?’ schreef Theo van Gogh in zijn laatste column. De aanslag in Parijs wordt nu aangeduid als twaalfmaal Theo van Gogh.

In Frankrijk, Nederland en andere landen gingen burgers massaal de straat op om zich solidair te verklaren met Fransen en om hun vastberadenheid te tonen in het handhaven van de vrijheid van meningsuiting.

De sfeer is veel opgewondener en explosiever dan op 11 september 2001 en bij andere aanslagen.

Verontwaardigd

In Madrid kwamen in 2003 bijna tweehonderd burgers om het leven bij een aanslag op een treinstation. Maar de Europese burgers gingen niet massaal protesteren tegen het islamitische terrorisme.

In Londen, in 2005, kwamen tientallen mensen om het leven bij aanslagen op het openbaar vervoer. Er gebeurde daarna niks in Europa. Wat is er aan de hand met ons? Waarom zijn we collectief verontwaardigd door twaalf geëxecuteerde journalisten?

De islammoeheid van Europa slaat om in de islamafkeer. We zijn het fanatisme van de islamisten zat. Maar waarom nu?

Burgeroorlogen

Het begon met de Arabische lente. De lente bleek in de meeste landen niets anders te zijn dan een islamitische revolutie die ook nog tot bloedige burgeroorlogen leidde.

Terwijl Amerika uit Irak is vertrokken, doden jihadisten nog steeds met veel plezier elkaar en de burgers. Langzamerhand groeit in Europa het besef dat het Westen de islamitische wereld niet kan veranderen.

Aangerand

Ook beginnen we door te krijgen dat velen niet echt naar vrijheid verlangen: op het Tahrirplein, het Vrijheidsplein, werden westerse journalisten aangerand. De meeste Egyptenaren kozen daarna voor een sharia-regime van Moslimbroeders.

Daardoor ontstond bij de doorsnee westerse burger met een groot hart voor de mensheid de vraag of de islamitische landen slechts onder tirannie kunnen leven. De teleurstelling was alom. Iedereen kon met eigen ogen zien hoe het verlangen naar sharia uitpakte.

Opiniemakers

Ooit zei een directeur van AIVD dat critici van de islam door hun kritiek op de islam bijdragen aan de radicalisering van moslims. Daarmee doelde hij op mij, op Ayaan en een paar andere opiniemakers.

Wellicht geloofde een aantal burgers in deze bizarre verklaring voor radicalisering. Maar nu ziet iedereen in dat in heel Europa weinig islamcritici zijn en er toch radicaliserende jonge moslims zijn. Ze zijn zelfs bereid in Syrië en Irak aan genocidale oorlogshandelingen deelnemen. De tactiek van blame the victim mislukte.

Gematigder

Toen kwam Islamitische Staat (IS). Dat beleeft plezier in de onthoofding van journalisten en hulpverleners. Er waren journalisten en deskundigen die een onderscheid maakten tussen Al-Qa’ida/Taliban en IS. Alsof Al-Qa’ida/Taliban gematigder zou zijn dan IS.

Ze vergaten dat Al-Qa’ida de eerste terreurorganisatie was die een Amerikaanse journalist (Daniel Pearl, in 2002) onthoofdde, in Pakistan. Ook vergaten ze dat de Taliban kindermoordenaars zijn.

Het is een Europese traditie om tussen allerlei ziektes naar het minste kwaad te zoeken: malaria is beter dan de pest.

Op het spel

Europese burgers weten nu wat op het spel staat: de vrijheid. Daarom zijn ze massaal verontwaardigd. De voorraad aan verzachtende omstandigheden is opgeraakt.

En nu roepen ze allemaal: ‘Je suis Charlie’. En dat is het antwoord op de vraag van Theo van Gogh: Mag ik het zeggen? Ja, we willen het zeggen. We gaan het zeggen.

Maar het is niet gemakkelijk om iedereen die nu ‘Je suis Charlie’ zegt, geloofwaardig te achten.

Farid Azarkan

De baas van het Samenwerkingsverband van Marokkaanse Nederlanders (SMN) Farid Azarkan, zegt ook ‘Je suis Charlie’.

Van deze man moest Geert Wilders worden vervolgd vanwege zijn kritische uitspraken over de islam en Mohammed. Nadat Wilders werd vrijgesproken, was hij woedend.

Hij gebruikte alle middelen om toch te bewerkstelligen dat de kritische uitspraken over de islam strafbaar zouden worden. U kunt hem niet hebben gemist, omdat hij de meest geliefde Marokkaan van Hilversum is.

Strafrechtelijke knuppels

Van Azarkan en zijn geestverwanten moeten we onze mond houden over de islam. Azarkan is een professionele aangever. Hij orkestreert aangiftes. Niet met de pen, maar met strafrechtelijke knuppels wil hij de critici van Marokkanen en islam bestrijden. De gemiddelde Europeaan is dit soort lieden meer dan zat. De staat subsidieert de vijanden van vrijheid. Dat moet stoppen.

‘Je suis Charlie’ betekent ook dat er een einde moet komen aan aangiftecultuur onder de beroepsmoslims en beroepsaangevers.

Wie de vrijheid niet aankan, kan alsnog daar gaan wonen waar de tirannen heersen.