Vijftien maanden cel kreeg de man die het achtuurjournaal gewapend gijzelde. Het is een lage straf met een raadselachtige onderbouwing.
De man die begin dit jaar het achtuurjournaal van de NOS gewapend gijzelde, heeft vijftien maanden cel gekregen. Bij deze lage straf – er was vier jaar geëist – heeft de rechter laten meewegen dat de samenleving de dader met een ‘zekere mildheid’ heeft bejegend.
Hoe die rechter dit heeft gemeten, is volstrekt onduidelijk. Na afloop van de gijzeling kon je inderdaad vergoelijkend vernemen dat het om een ‘verwarde’ jongen ging, die een ‘neppistool’ bij zich had en slechts z’n mening op televisie had willen geven; wie wil dat niet?
Maar het proces heeft juist uitgewezen dat Tarik Zahzah ‘volledig toerekeningsvatbaar’ was, een echt wapen met ammunitie en demper droeg en de NOS-beveiligers de schrik van hun leven heeft bezorgd. Zijn actie kwam drie weken na de terreurdaad tegen het Franse weekblad Charlie Hebdo.
Raadselachtig
Erger is dat Zahzah een nationaal nieuwsprogramma meer dan een uur heeft opgehouden. Maar de rechter vindt dat ‘geen gijzeling van het vrije woord’. Een raadselachtige uitspraak, want hoe zou de rechter het noemen als hem ruim een uur lang het woord in zijn eigen rechtszaal zou zijn ontnomen?
Nog maller wordt het als de rechter het NOS Journaal berispt voor het herhaaldelijk uitzenden van Zahzahs actie. ‘Een dergelijke inbreuk op zijn privacy kon en hoefde hij niet te verwachten.’ Dat zegt de rechter over de jongen die zo verschrikkelijk graag op televisie wilde, dat hij daar een gewapende gijzeling voor over had. Als hij iets wenste, dan was het wel met zijn smoel op de buis; gekleed in net pak.
Inderdaad, Zahzah is niet in de war. Maar de rechter overduidelijk wel.
Elsevier nummer 28, 11 juli 2015