Al die omroepenverenigingen hebben al lang geen eigen identiteit meer, maar het skelet van het oude systeem staat nog recht overeind.
De omroepen zijn voor de Tweede Wereldoorlog opgericht om de belangen van specifieke groepen te dienen. Zoals die van de socialisten (VARA), de katholieken (KRO) en de protestanten (NCRV).
De eigen identiteit stond voorop. Er werd propaganda gemaakt voor de eigen cultuur, het eigen geloof, de eigen politieke opvattingen. Nog in 1954 verboden de bisschoppen katholieken om naar de VARA te luisteren.
Juist omdat deze omroepen hun eigen identiteit wilden benadrukken, wilden ze niets van de overheid weten. En principieel als ze waren, wilden ze dan ook geen cent van de overheid aannemen. De uitzendingen werden met contributies van de leden betaald.
Verslaafd
Pas tijdens de nazibezetting veranderde dit, toen de Duitsers luistergeld gingen heffen. Eenmaal verslaafd aan dit systeem, bleef het tot 2000 gehandhaafd. Sindsdien betaalt de overheid de omroepen uit de algemene middelen (belastinggeld). Het gaat om een enorm bedrag, ongeveer evenveel als het academisch ziekenhuis van de VU in Amsterdam nodig heeft.
Inmiddels hebben al die omroepen al lang geen eigen identiteit meer. Als je naar de radio luistert of tv kijkt, merk je er niets van. Alleen omdat het erbij staat, weet je welke omroep het programma verzorgt. Omroepen die elkaar voorheen naar het leven stonden, zijn inmiddels samengevoegd.
Maar het skelet van het oude systeem staat nog recht overeind. Zo langzamerhand wordt het toch eens tijd om Hilversum grondig te reorganiseren. Het systeem past niet bij de 21ste eeuw. En het budget al helemaal niet.
Elsevier nummer 39, 26 september 2015