Wat heeft ‘het beest van Appingedam’ op zijn geweten?

19 december 2013Leestijd: 2 minuten

Tegen Siert Bruins (92), door sommigen ‘het beest van Appingedam’ genoemd, is vrijdag een levenslange gevangenisstraf geëist. De hoogbejaarde oorlogsmisdadiger staat in de Duitse stad Hagen terecht voor de moord op verzetsstrijder Aldert Klaas Dijkema in 1944.

Bruins werd kort na het einde van de Tweede Wereldoorlog in Nederland bij verstek ter dood veroordeeld. Die straf werd later omgezet in een levenslange gevangenisstraf.

Vlucht

Maar in een Nederlandse cel zou hij nooit belanden. Bruins was de Nederlandse justitie jarenlang te slim af: tijdens de oorlog vluchtte hij – met intussen de Duitse identiteit op zak – naar Duitsland, waar hij nu nog altijd woont. De Duitse wet bepaalt dat hij daardoor niet meer gedwongen aan Nederland kon worden uitgeleverd.

Tijdens de bezettingsjaren nam de nazi dienst bij de beruchte Sicherheitsdienst onder leiding van de bikkelharde SS’er Reinhard Heydrich. Samen met een collega van de Sicherheitsdienst zou Bruins verzetsstrijder Dijkema op een fabrieksterrein in het Groningse Appingedam hebben doodgeschoten.

Vlak voor de bevrijding in 1945 was hij betrokken bij de moord op de Joodse broers Sleutelberg, waarvoor Bruins in 1980 door de Duitse rechtbank werd veroordeeld tot een celstraf van zeven jaar. Die straf zat hij niet uit: in 1985 kwam de nazi op vrije voeten.

Bruut

‘Het beest van Appingedam’ – zo wordt hij vanwege zijn brute optreden door sommigen genoemd – is de laatste nog levende en in vrijheid vertoevende Nederlandse oorlogsmisdadiger.

Vorig jaar overleed Klaas Carel Faber op 90-jarige leeftijd in het Duitse Ingolstadt. De zeer gewelddadige SS’er, die in 1952 uit de Nederlandse gevangenis ontsnapte, leidde na de oorlog een onbekommerd leven.

Dat geldt ook voor Heinrich Boere die begin deze maand op 92-jarige leeftijd overleed in een Duitse cel, maar een overwegend rustig leven kon leiden. Zowel Faber als Boere waren betrokken bij de Silbertanne-moorden op Nederlanders die bekend stonden als tegenstanders van het nationaal-socialisme.