Bram Moszkowicz heeft er spijt van dat hij een bekende Nederlander is geworden. Ook vindt de strafpleiter dat hij te slordig is geweest in het uitvoeren van zijn ambt.
Dat zegt Moszkowicz deze week in Elsevier in een interview met Leon de Winter. ‘Maar als je doet wat ik doe, met mijn soort zaken, met mijn manier van optreden, dan is dat bijna onvermijdelijk,’ zegt de strafrechtadvocaat over zijn BN’erschap. ‘Toch heb ik er spijt van.’
Eva Jinek
Vooral de aandacht voor zijn relatie met Eva Jinek steekt Moszkowicz. ‘Mijn relatie met Eva was voorpaginanieuws. En het einde daarvan dus ook. Dat is te veel. Het knaagt aan je gevoel van veiligheid, van privacy,’ zegt de advocaat.
Zijn optredens bij media als RTL Boulevard zijn van een andere orde. ‘Dat gaat puur over juridische zaken en ik vind het leuk om te doen’.
Uit ambt gezet
Op 21 februari bepaalt een college van advocaten samen met een rechter of Moszkowicz voor het leven uit het ambt zal worden gezet. De advocaat zal tijdens die zitting zijn excuses maken.
‘Die verontschuldiging komt er, ik heb dingen verwaarloosd. Ik heb onvoldoende cursussen gelopen, onvoldoende de boekhouding geleid.’
Cash
Moszkowicz wordt onder meer verweten hoge contante bedragen die hij van cliënten ontving, niet aan de deken te hebben gemeld.
Hoewel dit verplicht is, zegt de advocaat dit niet te hebben geweigerd om de privacy van zijn cliënten te waarborgen. Achteraf blijkt dat hij de bedragen ook anoniem had mogen melden. ‘Dat lag achteraf gezien aan mij, maar het was ook onontgonnen gebied.’
Schok
Een schorsing ligt met oog op het niet naleven van de verordening voor de hand, maar toch koos het college voor een schrapping van het tableau. ‘Dat was wel een schok,’ zegt Moszkowicz. Toch zal hij elke straf accepteren: ‘De continuïteit van het kantoor is dankzij mijn broers gegarandeerd.’
Dat het leven voor Moszkowicz na een eventuele schrapping niet ophoudt, blijkt uit de plannen die hij met Leon de Winter heeft voor een gezamenlijk boek of serie. Over de titel zijn beiden het al eens: ‘Maffiamaat moet het gaan heten.’