Jasper S. over Vaatstra: ‘Ik dacht jij bent voor mij’

Jasper S., die terechtstaat voor de moord op en verkrachting van Marianne Vaatstra, had ‘niet de moed om naar de politie te stappen’ toen een groot DNA-verwantschapsonderzoek werd gehouden. Op de avond van de moord dacht S.: ‘Jij bent voor mij.’

Dat zei S. donderdag tijdens een zitting in de rechtbank van Leeuwarden. ‘Ik weet niet waar die gedachte vandaan kwam. Ik had die gedachte nooit eerder gehad en later ook nooit.’

Vrijwillig

S. zegt dat hij zijn gedachte op de bewuste avond ook niet kan plaatsen. ‘Mijn geweten is uitgeschakeld. Hoe en waarom weet ik niet.’ Op de vraag of hij seks met de zestienjarige Vaatstra wilde toen hij haar zag, zei hij: ‘Ja, dat klopt.’

De boer uit Oudwoude stond vrijwillig DNA af, terwijl hij wist dat hij daarmee tegen de lamp zou lopen. Maar hij wist ook dat familieleden van hem zouden meedoen.

‘Ik heb de afgelopen dertien jaar meerdere malen overwogen naar de politie te gaan. Maar iedereen heeft intussen kunnen zien welke ophef de zaak heeft gehad.’ S. besloot zijn familie het leed te besparen. Hij wilde niet dat zijn kinderen hem in de gevangenis moesten opzoeken.

Emotioneel

In de nacht van 30 april op 1 mei 1999 is S. gaan fietsen om zijn gedachten te ordenen. Dat deed hij vaker in stressvolle periodes.

S. kwam aan het begin van zijn verklaring moeilijk uit zijn woorden. Hij luisterde gelaten naar het uitgebreide verhaal van de rechter over wat er precies met Marianne Vaatstra is gebeurd. Op sommige momenten lijkt hij emotioneel.