OM vervolgt agent die jongen doodde op Hollands Spoor

Het Openbaar Ministerie (OM) gaat de politieagent die in november de zeventienjarige Rishi Chandrikasing doodschoot op station Hollands Spoor vervolgen. De agent wordt doodslag ten laste gelegd.

Dat heeft het OM woensdag bekendgemaakt. Als de rechtbank doodslag niet bewezen acht, wil het OM de agent vervolgen voor zware mishandeling met de dood ten gevolg en anders dood door schuld.

Wachtruimte

Uit onderzoek van de Rijksrecherche blijkt dat de jongeman een Engelsman aansprak die op het station in Den Haag op een bankje lag. De jonge Hagenaar zei tegen de man dat deze plek alleen voor Nederlanders was en dat hij moest vertrekken.

De Hagenaar zei ook tegen de man dat hij in het bezit was van een vuurwapen. Daarbij stak hij zijn hand in zijn zak waardoor de Engelsman bang was en de wachtruimte verliet. Na het verlaten van de ruimte zoekt de Engelsman het NS-personeel op.

Signalement

Via de veiligheidscentrale van de NS krijgt de politie een melding dat op Hollands Spoor een man is bedreigd en dat een jongeman een vuurwapen bij zich zou hebben. Daarbij werd het signalement van Chandrikasing doorgegeven.

De agenten die op het station aankwamen, zagen Chandrikasing al snel. Ze benaderden hem met getrokken pistool en sommeerden de Hagenaar te blijven staan en zijn handen te laten zien. Chandrikasing gaf hier geen gehoor aan en rende weg.

Schot

Na een korte achtervolging heeft een van de agenten een schot gelost en dat trof Chandrikasing in zijn hals. De jongen is kort daarna overleden. De agent zegt dat hij richtte op de benen van de jongen.

Hoewel agenten hun wapen mogen gebruiken tegen personen die worden verdacht een vuurwapen bij zich te hebben, waren er in deze zaak risico’s over de trefzekerheid. Zowel de agent als de jongen waren aan het rennen tijdens het incident. Het OM heeft daarom besloten de zaak aan de rechter voor te leggen.