De zwemvaardigheid van Nederlanders gaat achteruit. Minder dan de helft van de kinderen haalt het hele ‘zwem-ABC’ en daardoor kunnen zij vaak niet goed genoeg zwemmen om in diepe zwembaden en open water veilig te zijn.
Dat de afgelopen weken al zeven jonge kinderen verdronken, laat zien dat het groeiend aantal verdrinkingsslachtoffer niet alleen een ‘Polenprobleem’ is. Dat schrijft het Algemeen Dagblad woensdag.
ABC
De krant stelt dat de zwemvaardigheid ook onder andere groepen afneemt, en baseert zich daarvoor op onderzoek van het Mulier Instituut en op observaties van de Reddingsbrigade.
De grote meerderheid van de kinderen, 94 procent, haalt minstens één zwemdiploma, maar het aantal dat het hele zwem-ABC bemachtigt, neemt al jaren af. Minder dan de helft van de kinderen gaat door tot en met het C-diploma.
Schoolzwemmen
Maar een op de zes ouders vindt het belangrijk dat zijn kinderen de drie niveaus van zwemlessen doorlopen, schrijft het Algemeen Dagblad. Tegelijkertijd bieden nog maar vier van de tien gemeenten schoolzwemmen aan. Hierdoor beheersen vooral kinderen van laagopgeleide, armere en allochtone ouders het zwemmen niet voldoende.
De Reddingsbrigade maakt zich volgenss het Algemeen Dagblad zorgen over het grote aantal verdrinkingen van deze zomer. Gemiddeld sterven in een jaar vier kinderen in het water, maar dit jaar ligt dat aantal al bijna twee keer zo hoog, terwijl er de komende dagen alweer een warme periode aankomt.
Het totaal aantal mensen dat in natuurwater verdronk, lag begin deze maand al op veertien. In een paar dagen waren alle vijf van de slachtoffers van Poolse afkomst.