De voor terrorisme veroordeelde Samir A. komt op 6 september vrij. De rechtbank in Rotterdam ziet in tegenstelling tot het Openbaar Ministerie geen reden om de voorlopige vrijlating van A. met een jaar uit te stellen.
A. heeft in september tweederde van zijn negen jaar celstraf uitgezeten. De meeste gevangenen komen dan voorwaardelijk vrij.
Radicaal-islamitische overtuigingen
Het Openbaar Ministerie (OM) had aangegeven dat A. niet aan de voorwaarden voor vrijlating voldoet, omdat hij nog steeds radicaal-islamitische overtuigingen heeft. Daarom zou er een risico zijn dat hij opnieuw een terroristische aanslag wil plannen.
Maar volgens de rechter heeft het OM geen plan ingediend waardoor dit risico over een jaar kleiner zou zijn.
Bovendien werd een eerdere zaak over een mogelijke nieuwe aanslag die A. zou willen plegen, geseponeerd vanwege gebrek aan bewijs. A. werd toen in zijn cel nogmaals aangehouden op verdenking van het voorbereiden van een aanslag. Maar die zaak is vanwege de seponering volgens de rechter niet relevant.
Gevangenschap
Een ander argument van het OM was dat Samir A. zich heeft misdragen tijdens zijn gevangenschap, onder meer door een smartphone zijn cel binnen te smokkelen. De rechter vindt dat A. zich niet schuldig heeft gemaakt aan ‘ernstige misdragingen’.
A. werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen jaar vanwege het voorbereiden van verschillende terroristische aanslagen als lid van de criminele Hofstadgroep.