Asscher: Nederlanders in het nauw door Oost-Europese arbeiders

Oost-Europese arbeiders zorgen ervoor dat Nederlanders in tijden van crisis moeilijker aan een baan kunnen komen. Arbeiders uit landen als Polen, Roemenië en Bulgarije gaan vaak aan het werk voor een salaris dat ver onder het Nederlandse minimumloon ligt..

‘Als zestig arbeiders uit die landen wordt gevraagd om voor vijf euro per uur aan het werk te gaan, steken er zestig mensen hun hand op,’ zegt minister van Sociale Zaken en vice-premier Lodewijk Asscher (PvdA) maandag in het televisieprogramma Pauw en Witteman. ‘En voor minder doen ze het waarschijnlijk ook,’ aldus de minister.

Migratietop

Asscher kondigde eerder vandaag na afloop van de arbeidsmigratietop in Den Haag maatregelen aan tegen de negatieve gevolgen van arbeidsmigratie uit Oost-Europese landen. Het gaat met name om verdringing van Nederlanders op de arbeidsmarkt. De minister onderzoekt welke maatregelen de positie van Nederlanders kunnen verbeteren.

Bij de top vandaag waren onder anderen minister Stef Blok (VVD, Huisvesting) en Roemeense en Bulgaarse ministers aanwezig. De aanleiding voor de top was de openstelling van de Nederlandse arbeidsmarkt voor Roemenen en Bulgaren vanaf 1 januari volgend jaar.

Ook inwoners van Kroatië – het land is onlangs tot de Europese Unie toegetreden – zullen in de toekomst toegang krijgen tot de Nederlandse arbeidsmarkt. Maar voor Kroaten is de Nederlandse arbeidsmarkt nog niet klaar, zei Asscher vanavond in Pauw en Witteman.