De Onderwijsinspectie was al voor de examenroof op de hoogte van frauduleuze praktijken op de islamitische scholengemeenschap Ibn Ghaldoun in Rotterdam. De inspectie besloot op dat moment niet in te grijpen.
De inspectie erkent dat niet meteen een onderzoek is gestart, omdat het als een ‘signaal’ zou worden meegenomen in een kwaliteitsonderzoek in juni, blijkt uit onderzoek van NRC Handelsblad vrijdag. De examenfraude had toen al plaatsgehad.
Brief
De inspectie kreeg begin april, twee maanden voordat de examens werden gestolen door leerlingen, een brief van een van de docenten. Die gaf aan dat op de school onregelmatigheden voorkwamen.
Leerlingen zouden bewust ‘makkelijke toetsen’ voorgeschoteld krijgen en worden ‘bevorderd naar een hogere klas terwijl zij eigen zouden moeten blijven zitten’.
Weggepest
Leerlingen en docenten zouden ‘onderhandelen’ over cijfers, waarbij docenten ‘cijfers veranderden in het voordeel van de leerlingen omdat ze goed voor de dag wilden komen’. Uit de brief blijkt verder dat ‘iedereen die zich tegen de gang van zaken’ verzette, werd ‘weggepest’.
Twee maanden later werd bekend dat er zevenentwintig eindexamens werden gestolen op Ibn Ghaldoun. Elf leerlingen worden verdacht. Onder meer naar aanleiding van die examenfraude beëindigde staatssecretaris van Onderwijs Sander Dekker (VVD) de financiering waardoor de school haar deuren moet sluiten.