De beslissing van de Hoge Raad om Nederland aansprakelijk te stellen voor de dood van drie mannen in Srebrenica is veel belangrijker dan welke schadevergoeding ook. De waarde van het arrest is voor de nabestaanden niet in geld uit te drukken.
Dat heeft Liesbeth Zegveld, advocaat van de nabestaanden vrijdag verklaard tegenover de NOS.
‘Een schadevergoeding is voor later,’ zei de raadsvrouw. ‘Dat is vandaag geen onderwerp van gesprek’.
Mladic
Vrijdag oordeelde de Hoge Raad, in navolging op het gerechtshof, dat de Nederlandse legereenheid Dutchbat de drie moslimmannen nooit van de compound had mogen sturen toen de evacuatie op 13 juli 1995 was begonnen.
De mannen kwamen in handen van de Bosnisch-Servische troepen onder leiding van generaal Ratko Mladic en werden vermoord.
Trots
‘Ik kan wel zeggen dat ik trots ben op Nederland,’ zei Damir Mustafic, de zoon van de elektricien Rizo Mustafic die voor Dutchbat werkte, maar na de val van Srebrenica werd weggestuurd. ‘Ze zijn gelukkig niet allemaal als Karremans, laf en triest. Ze hebben laten zien dat gerechtigheid wint,’ zei de 31-jarige Mustafic.
Ook zijn zus Alma zei geëmotioneerd voor de camera dat haar familie nu juridisch eindelijk gelijk heeft gekregen.
Jurisprudentie
Het arrest van de Hoge Raad kan gevolgen hebben voor de andere nabestaanden van slachtoffers van het drama bij Srebrenica. Volgens de Hoge Raad stond het Nederlandse leger niet alleen onder mandaat van de Verenigde Naties maar handelde het ook namens het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken.
Het ministerie van Defensie heeft altijd volgehouden dat Dutchbat de genocide van duizenden moslim jongens- en mannen niet kon voorkomen omdat het alleen kon handelen namens een waarnemend mandaat van de Verenigde Naties.