Lees hieronder de volledige tekst van de Troonrede die koning Willem-Alexander op zijn eerste Prinsjesdag, 17 september 2013, uitsprak.
Leden van de Staten-Generaal,
Nu ik mij vandaag voor het eerst op Prinsjesdag tot u mag richten, hecht ik eraan te zeggen dat u in uw Verenigde Vergadering van 30 april de aanzet heeft gegeven tot een hartverwarmende start van mijn koningschap. Het is een dag waaraan ik met grote dankbaarheid terugdenk. Die dankbaarheid betreft in de eerste plaats mijn moeder. Zij heeft zich 33 jaar lang met groot plichtsbesef, warmte en diep gevoelde betrokkenheid ingezet voor het Koninkrijk en al zijn inwoners, in goede en in slechte tijden. Zij blijft voor mij een belangrijke inspiratiebron. De gevoelens van verbondenheid die mijn familie en ik hebben ervaren na het overlijden van mijn broer Friso, waren ons tot grote steun. Wij zijn daarvoor zeer dankbaar.
Op de dag van de inhuldiging heeft Nederland zich aan de wereld laten zien als een goed georganiseerd land, rijk aan talent. Het was ook een dag van tastbare eenheid en verbondenheid, tussen generaties en bevolkingsgroepen en tussen de verschillende delen van het Koninkrijk. Er is in onze samenleving veel dat een gezond vertrouwen in eigen kunnen rechtvaardigt. Het doet goed om dit, vlak voor de start van de viering van tweehonderd jaar Koninkrijk, te kunnen constateren.
Leden van de Staten-Generaal,
Sinds vijf jaar kampt Nederland met de economische crisis. De gevolgen worden steeds voelbaarder. De werkloosheid stijgt, het aantal faillissementen loopt op, huizen worden minder waard, pensioenen staan onder druk en de koopkracht blijft achter.
Er zijn voorzichtige signalen dat het einde van de mondiale crisis in zicht is. Daarmee ontstaat ook voor ons land perspectief op herstel. Dat neemt niet weg dat de Nederlandse economie kampt met een aantal specifieke problemen van structurele aard, waaronder de schuldenlast van de overheid en huishoudens en de vermogenspositie van banken.
De regering wil het groeivermogen van de Nederlandse economie versterken. Dit legt de basis voor het creëren van banen en herstel van vertrouwen bij mensen en bedrijven. De noodzakelijke hervormingen kosten tijd en vragen om doorzettingsvermogen.
Door maatschappelijke ontwikkelingen zoals vergrijzing en internationalisering voldoen onze arbeidsmarkt en ons stelsel van publieke voorzieningen niet meer volledig aan de eisen van deze tijd. De financiële en economische crisis heeft dit eens te meer duidelijk gemaakt. De regering zet niet alleen in op toekomstige betaalbaarheid van voorzieningen, maar ook op solidariteit tussen generaties en evenwicht tussen verschillende inkomensgroepen. De onderlinge betrokkenheid is in ons land van oudsher sterk. Om ervoor te zorgen dat dit zo blijft, moeten we onder ogen zien dat publieke regelingen en voorzieningen aangepast moeten worden.
Het is onmiskenbaar dat mensen in onze huidige netwerk- en informatiesamenleving mondiger en zelfstandiger zijn dan vroeger. Gecombineerd met de noodzaak om het tekort van de overheid terug te dringen, leidt dit ertoe dat de klassieke verzorgingsstaat langzaam maar zeker verandert in een participatiesamenleving. Van iedereen die dat kan, wordt gevraagd verantwoordelijkheid te nemen voor zijn of haar eigen leven en omgeving.
Wanneer mensen zelf vorm geven aan hun toekomst, voegen zij niet alleen waarde toe aan hun eigen leven, maar ook aan de samenleving als geheel. Zo blijven Nederlanders samen bouwen aan een sterk land van zelfbewuste mensen. Een land met een compacte en krachtige overheid, die ruimte geeft en kansen biedt waar het kan en beschermt als dat nodig is, zodat niemand tussen wal en schip raakt. Elke Nederlander moet de kans krijgen om de veranderingen die ons wachten, in zijn eigen leven in te passen.
De relatie tussen parlement en regering staat het komende jaar in het teken van veel wetgeving. Op basis van het regeerakkoord en de uitwerking daarvan in afspraken met sociale partners en andere maatschappelijke partijen, zal de regering voorstellen bij u indienen.
Cruciaal is en blijft ‘een prudent niveau van overheidsschuld’, zoals het Centraal Planbureau dat eerder dit jaar noemde. Momenteel betalen alle Nederlanders samen – zelfs bij de huidige lage rentestand – 11 miljard euro per jaar aan rente over de overheidsschuld. Als de schuld groeit en de rente stijgt, gaat die rentelast steeds zwaarder drukken op economische groei, op betaalbaarheid van voorzieningen en op de inkomens van mensen.
Zonder ingrijpen blijft het overheidstekort te hoog. De regering legt u daarom extra maatregelen voor van in totaal 6 miljard euro. In 2014 zal de regering voor het laatst geen loonbijstelling uitkeren. In de gezondheidszorg zijn afspraken gemaakt om een groter deel van de zorg via de huisarts te verstrekken en strikter te zijn met het geven van verzekerde zorg. De regering zal een voorstel doen om verschillende toeslagen en regelingen te bundelen in één huishoudentoeslag, die lager wordt naarmate het gezinsinkomen stijgt.
Daarnaast introduceert de regering maatregelen die de economie en de werkgelegenheid op korte termijn stimuleren. Zo krijgen mensen de gelegenheid ontslagvergoedingen die in een aparte bv zijn ondergebracht, versneld te laten uitbetalen tegen een voordelig belastingtarief. De vrijstelling van de schenkingsbelasting wordt verruimd, waardoor jongere generaties makkelijker kunnen investeren in de eigen woning. Om de toegang tot kredieten te vergroten, maakt de regering in 2013 125 miljoen euro vrij. Daarmee kan het midden- en kleinbedrijf investeren in nieuwe activiteiten. Ondernemers hebben daarnaast de mogelijkheid om investeringen versneld fiscaal af te schrijven. De regering zal – samen met pensioenfondsen, verzekeraars en banken – een Nederlandse investeringsinstelling oprichten. Het doel van deze instelling is grote beleggers te koppelen aan geschikte investeringsprojecten op terreinen als zorg, energie, schoolgebouwen en infrastructuur, om zo de economie te stimuleren.
Om zoveel mogelijk mensen aan het werk te houden en te krijgen, stelt de regering 600 miljoen euro beschikbaar. Zoals afgesproken in het Sociaal Akkoord, komen werkgevers en werknemers hiervoor met sectorplannen. Die zijn gericht op meer banen en stageplaatsen voor jongeren, behoud van vakkrachten en betere begeleiding van werk naar werk. Voor het bestrijden van de jeugdwerkloosheid werkt de regering samen met gemeenten, sociale partners en onderwijsinstellingen om jongeren aan de slag te krijgen en hun kansen op de arbeidsmarkt te vergroten. Het Onderwijsakkoord beoogt 3000 extra banen te creëren om jonge leraren aan het werk te helpen of te houden. Het Techniekpact zorgt voor een betere aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt en bestrijdt het tekort aan technisch geschoolde vakmensen. Het Energieakkoord stimuleert duurzame economische groei en creëert 15.000 extra banen. De Omgevingswet vereenvoudigt en versnelt ruimtelijke procedures, zonder afbreuk te doen aan de kwaliteit van de leefomgeving.
Voor de lange termijn werkt de regering aan hervormingen die het groeivermogen van de Nederlandse economie versterken en onze publieke voorzieningen aanpassen aan de eisen van deze tijd.
De omslag naar een participatiesamenleving is in het bijzonder zichtbaar in de sociale zekerheid en in de langdurige zorg. De klassieke verzorgingsstaat uit de tweede helft van de twintigste eeuw heeft juist op deze terreinen regelingen voortgebracht die in hun huidige vorm onhoudbaar zijn en ook niet meer aansluiten bij de verwachtingen van mensen. In deze tijd willen mensen hun eigen keuzes maken, hun eigen leven inrichten en voor elkaar kunnen zorgen. Het past in die ontwikkeling zorg en sociale voorzieningen dicht bij mensen en in samenhang te organiseren. Om dit te bereiken, decentraliseert de regering overheidstaken op drie gebieden.
Ten eerste heeft de regering u onlangs een voorstel gedaan voor een nieuw stelsel van jeugdzorg met ingang van 2015. Kinderen moeten veilig opgroeien en hun talenten kunnen ontwikkelen, om later naar vermogen te participeren in de samenleving. Het nieuwe stelsel brengt de jeugdzorg via de gemeenten dicht bij het kind. Juist gemeenten zijn in staat om op basis van de specifieke situatie van het kind dat hulp nodig heeft, maatwerk te leveren in samenspraak met andere domeinen, zoals wonen, onderwijs, veiligheid en sport.
Ten tweede komt de regering in het komende parlementaire jaar met een voorstel om de langdurige zorg grondig te hervormen. Dat is nodig omdat de uitgaven daarvoor explosief blijven stijgen. Die bedragen nu al 2200 euro per Nederlander per jaar. Lichtere vormen van langdurige zorg worden straks uitgevoerd door gemeenten, die beter kunnen beoordelen of een traplift of taxivergoeding noodzakelijk is. Vergoeding van huishoudelijke hulp blijft beschikbaar voor mensen die deze hulp echt nodig hebben en niet zelf kunnen betalen. Medische zorg zoals verpleging valt straks onder de reguliere zorgverzekering.
Ten derde gaan gemeenten samen met sociale partners werkbedrijven oprichten om mensen in de bijstand of met een arbeidsbeperking te helpen bij het vinden van een baan. Werkgevers en overheid stellen zich samen garant voor 125.000 extra banen in 2026. Als blijkt dat dit aantal niet wordt gehaald, worden bedrijven alsnog verplicht een percentage van hun personeel te rekruteren uit mensen met een arbeidsbeperking. Het wetsvoorstel daartoe ontvangt u dit najaar.
In aansluiting hierop worden ook de Werkloosheidswet en het ontslagrecht gemoderniseerd. De WW krijgt een meer activerend karakter. Sociale partners nemen het voortouw bij begeleiding van werk naar werk, bijvoorbeeld via scholing. De regering beperkt het publiek gefinancierde deel van de WW tot 24 maanden. Sociale partners nemen de verantwoordelijkheid voor een privaat gefinancierd deel van de WW. Dat legt een extra prikkel bij werkgevers en werknemers om te investeren in de kwaliteit van mensen. Werknemers die ontslagen dreigen te worden, ontvangen een scholingsbudget. Flexwerkers krijgen meer zekerheid en meer bescherming. Het ontslagrecht wordt eerlijker en eenvoudiger door één ontslagroute voor te schrijven voor alle werknemers.
Op het gebied van de woningmarkt nam de regering eerder al besluiten, zoals het verplicht annuïtair aflossen bij nieuwe hypotheken als voorwaarde voor de aftrek van hypotheekrente. Met ingang van 2014 wil de regering de maximale aftrek voor de eigen woning geleidelijk terugbrengen naar 38 procent. Dit zal gebeuren in 28 jaarlijkse stappen van een half procent. De opbrengst van deze maatregel komt ten goede aan mensen met een middeninkomen via een verlenging van de derde belastingschijf. Om de huurmarkt te hervormen, kiest de regering voor inkomensafhankelijke huurverhogingen. De extra inkomsten hiervan worden bij de woningcorporaties afgeroomd door middel van een verhuurdersheffing.
Met deze binnenlandse hervormingen bereidt de regering Nederland voor op de toekomst. Daarbij moet vanwege een groeiende internationale verwevenheid onverminderd aandacht zijn voor ontwikkelingen buiten onze landsgrenzen.
Onze open economie heeft ons veel gebracht, maar maakt ons land ook extra kwetsbaar in tijden van internationale crisis en stagnatie. Samenwerking met andere landen, en zeker met die om ons heen, is in het belang van Nederland. De laatste jaren is gebleken hoe de ontwikkelingen in de Europese Unie van betekenis zijn voor de economische, sociale en politieke toekomst van ons land. Nederland moet daarom in de Europese Unie een actieve rol spelen.
Een stevig fundament onder de euro is cruciaal. Daarom maakt de regering zich sterk voor de totstandkoming van een bankenunie. Houdbare tekorten en versterking van de economische structuur blijven de aandacht vragen. Kansen om de concurrentiekracht en het groeivermogen van de lidstaten te versterken, liggen op de Europese interne markt. Die kent op sommige terreinen nog te veel belemmeringen. Daarnaast kan de handel met landen buiten de Europese Unie een impuls krijgen door vrijhandelsakkoorden te sluiten met onder meer de Verenigde Staten en Japan. Een speerpunt voor de regering is de discussie over het takenpakket van de Europese Unie. Een aantal zaken kunnen lidstaten beter zelf regelen, zoals belastingen, sociale zekerheid, pensioenen, zorg en onderwijs. De regering zal hierin het voortouw nemen en het gesprek hierover aangaan met de andere lidstaten.
Ook buiten de Europese Unie heeft Nederland een lange traditie van internationale samenwerking. Dat werd onlangs nog zichtbaar tijdens de viering van honderd jaar Vredespaleis. Volgend jaar is ons land gastheer van de Nuclear Security Summit, waar leiders vanuit de hele wereld afspraken zullen maken om nucleair terrorisme tegen te gaan. Het recente geweld en de humanitaire noodsituatie in Syrië onderstrepen de noodzaak van een internationale rechtsorde met een sterke nadruk op het humanitaire recht. Onveiligheid en instabiliteit in kwetsbare regio’s beïnvloeden onze vrijheid, veiligheid en welvaart. Dit vraagt om een krijgsmacht die op zijn taken berekend is en die in Nederland en het buitenland kan opereren om de belangen van ons land veilig te stellen. In de nota ‘In het belang van Nederland’ geeft de regering concreet aan hoe die krijgsmacht eruitziet en welke aanpassingen daarvoor noodzakelijk zijn. Over de hele wereld zijn Nederlandse mannen en vrouwen actief om de internationale rechtsorde te beschermen. Zij verdienen onze grote dank en waardering voor hun moeilijke werk.
Met de ‘nieuwe agenda voor hulp, handel en investeringen’ geeft de regering vorm en inhoud aan de doelstelling om klassieke vormen van ontwikkelingshulp te verbinden met versterking van handelsrelaties. Het is een combinatie die wederzijds voordeel biedt. Zo heeft het Nederlandse bedrijfsleven veel expertise in waterbeheer. Hiermee helpen we landen in alle delen van de wereld hun waterproblemen op te lossen.
De staatsrechtelijke relatie tussen Nederland en de Caribische delen van het Koninkrijk is in 2010 veranderd. Sindsdien is er steeds meer aandacht voor samenwerking op economisch terrein. Dat is profijtelijk voor alle partijen. Het draagt ook bij aan de noodzakelijke financiële zelfstandigheid en stabiliteit van de Caribische eilanden, die ik binnenkort samen met Koningin Máxima alle zes zal bezoeken.
Leden van de Staten-Generaal,
Om de kracht en kwaliteit van onze samenleving vast te houden, zijn veranderingen noodzakelijk, die voor iedereen dragelijk moeten zijn. Aan de opdracht die daaruit voortvloeit, wil de regering in het parlementaire jaar dat voor ons ligt met volle inzet werken, samen met u. De vraagstukken waarover u zich gaat buigen, zijn complex en ingrijpend. U mag zich in uw zware taak gesteund weten door het besef dat velen u wijsheid toewensen en met mij om kracht en Gods zegen voor u bidden.