Het was lang stil rond Mark Rutte. In de H.J. Schoo-lezing benoemde hij maandagavond een onmiskenbare tendens: de Nederlander kan en wil veel meer op eigen kracht dan wordt aangenomen. Rutte sprak aanstekelijk en coherent – en hij had gewoon gelijk.
Burgers moeten het heft vaker in eigen hand nemen: met een aanstekelijke H.J. Schoo-lezing heeft minister-president Mark Rutte (VVD) maandagavond in de Rode Hoed in Amsterdam een thema op de agenda gezet dat op zich niet bijzonder nieuw is, zeker niet uit zijn mond.
Slogan
‘De staat is geen geluksmachine,’ zei hij al eens. De door Elsevier georganiseerde H.J. Schoo-lezing, waarin Rutte de contouren schetste van een Nederland waarin de overheid terugtreedt en burgers het veel meer dan nu zonder overheidssteun moeten zien te rooien in een snel veranderende wereld, was in feite een uitgewerkte versie van die slogan.
Typerend was Ruttes weigering om als minister-president met een ‘visie’ te komen, een ‘blauwdruk voor de toekomst’ – alsof hij wilde zeggen: die visie moet niet van de overheid komen, maar van u zelf.
Goed getimed
Niet een heel nieuw verhaal dus, maar wel aanstekelijk, coherent en bovendien goed getimed. Op de een of andere manier hangt dit thema – op naar een samenleving van veerkrachtige burgers die niet naar de overheid kijken maar zelf de vormgever van hun leven en omgeving zijn – erg in de lucht.
Niet in de laatste plaats door toedoen van het kabinet zelf. Eerder deze zomer bracht de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) op verzoek van het kabinet een advies uit dat deze geest ook al ademde.
De staat moet veel vaker niets doen en vertrouwen op de veerkracht van burgers; omgekeerd moeten burgers afkicken van het idee dat de overheid altijd klaarstaat.
Broos
In de samenleving zelf is de trend ook waarneembaar. Het appèl ‘Neem het heft in eigen hand‘ blijkt niet aan dovemansoren gericht. Eerder deze zomer maakte Elsevier onder deze noemer al eens een inventarisatie van alle voorbeelden van Nederlanders die zelf initiatieven nemen die voorheen op het bordje van de overheid lagen, of van andere gevestigde instanties.
De tendens bleek nog broos en moeilijk in harde cijfers te vangen, maar is desalniettemin onmiskenbaar: mensen zijn veel veerkrachtiger, kunnen veel meer op eigen kracht dan in de bijna totale verzorgingsstaat Nederland doorgaans wordt aangenomen.
Gevoelig
Zonder haken en ogen is deze tendens zeker niet. De RMO voorspelde grotere sociale ongelijkheid – niet iedereen kán evenveel – en dat ligt in Nederland buitengewoon gevoelig.
Ook bepleitte de Raad forse lastenverlagingen: als de overheid veel minder doet, zijn veel lagere collectieve lasten niet meer dan redelijk. In lastenverlágingen blinken de kabinetten-Rutte tot nog toe niet uit. Uit de nivelleringsneigingen van coalitiegenoot PvdA spreekt ook een ander idee.
Turbulent
Toch is het belangrijk dat de minister-president dit geluid blijft uitdragen. Ten eerste omdat hij domweg gelijk heeft: de komende decennia gaan we een krimp van de verzorgingsstaat beleven, en dus een andere verhouding tussen overheid en burger.
Ten tweede omdat het belangrijk is dat de premier structureler en gestructureerder dan hij tot nu toe deed de bevolking duidelijk maakt waar hij heen wil.
Na de verkiezingen van 2012 was het bijna een jaar heel erg stil rond Mark Rutte. Dat is niet goed, zeker niet in een turbulente crisistijd als deze. Hij moet vaker van dit soort lezingen houden.