Minister Timmermans moet waken voor euforie bij ‘historisch’ bezoek aan Cuba

Minister Timmermans moet bij zijn bezoek aan Cuba waken voor al te veel optimisme. Inderdaad zijn sinds het aantreden van Raúl Castro hervormingen waarneembaar. Maar een paradijs, zoals een deel van links Nederland het eiland zag, is Cuba zeker niet.

Twee geweldenaren op één tropisch eiland. Als dat maar goed gaat.

De een is Fidel Castro, sinds 1959 El lider maximo van de Cubaanse revolutie en de ander, Frans Timmermans, is sinds het aantreden van het kabinet-Rutte II, Nederlands minister van Buitenlandse Zaken (PvdA).

Met die Cubaanse geweldenaar is het al geruime tijd niet goed gesteld, hij sukkelt met zijn gezondheid en zijn stem lijkt al uit een andere wereld te komen. Daarom heeft hij het bestuur van zijn land overgedragen aan zijn broer Raúl, die iets minder ideologisch en dus wat praktischer is.

Paradijs

De geweldenaar van eigen bodem, Frans Timmermans, blaakt juist van energie en is het politieke equivalent van de ‘leeuw op voetbalschoenen die de hele wereld aankan’. Of lijkt te kunnen.

Timmermans’ driedaagse bezoek aan Cuba is het eerste bezoek van een Nederlandse minister aan het eiland. In 2002 annuleerde Laurens Jan Brinkhorst (D66), toen minister van Landbouw, op het laatste moment een reis omdat de Cubanen een lid van zijn delegatie, toenmalig CNV-voorzitter Doekle Terpstra, niet wilden toelaten.

Voor een deel van links Nederland was Cuba al vroeg na de revolutie een paradijs. Coryfeeën als Harry Mulisch, Peter Schat en Jan Hein Donner kon je al spoedig op de stranden van Varadero aantreffen.

Verbeteringen

De revolutie ontspoorde op een vreselijke manier. Minister Timmermans heeft in Nederland al gezegd in Cuba een hervormingsproces te ontwaren ‘dat onze aandacht verdient’. Er zijn inderdaad wel wat verbeteringen doorgevoerd – maar een auto kopen, mochten de inwoners van de DDR ook.

Je kunt van de minister niet verlangen alleen maar in fraaie democratische landen op bezoek te gaan. Veel zal afhangen van hoe hij zijn bevindingen zelf waardeert. Voor jubeltonen is het veel te vroeg.