Het was te verwachten dat Turkije kwaad zou worden over de koerswijziging van minister Asscher ten aanzien van Turken in Nederland. Maar het paternalisme dat Erdogans Turkije kenmerkt, is ook het Nederlandse kabinet niet vreemd.
Turkije vindt dat de Turkse gemeenschap in Nederland wordt ‘gediscrimineerd’ en het mikpunt is van ‘xenofobe, islamofobe en racistische verwijten’. Daar zijn volgens het Turkse ministerie van Buitenlandse Zaken twee aanleidingen voor.
Eerst kondigde PvdA-minister Lodewijk Asscher (Integratie) op 25 september aan vier Turkse organisaties op de voet te zullen volgen omdat ze ondoorzichtig zijn en wellicht bijdragen aan het achterblijven van de ‘culturele’ integratie van Turken in Nederland.
Tweede aanleiding is de publicatie van een onderzoek van Motivaction op 11 november, waaruit zou blijken dat jonge Turken in Nederland in de conflicten in Syrië en Irak Nederland in overgrote mate de zijde van IS kiezen. Asscher noemde de uitkomsten van dat onderzoek zorgelijk.
Huis te klein
Na publicatie van de aantijgingen op de website van het Turkse ministerie van Buitenlandse Zaken was het huis te klein in Den Haag. Asscher reageerde als gestoken en noemde de Turkse verklaring ‘ongeïnformeerd, onjuist en ongepast’.
Ook Kamerleden – van PVV tot GroenLinks – kritiseerden in harde bewoordingen de Turkse beschuldigingen. PvdA-minister Bert Koenders van Buitenlandse Zaken belde met zijn Turkse ambtgenoot, die volgens Koenders de kritiek zou hebben teruggenomen.
Er is overigens geen Turkse verklaring die dat bevestigt.
Achterste benen
Het was te verwachten dat Turkije op zijn achterste benen zou gaan staan. Eén van de vier door Asscher gewantrouwde organisaties is namelijk Diyanet, het Turkse directoraat-generaal van Godsdienstzaken dat onder meer een kleine honderdvijftig moskeeën in Nederland controleert.
Asscher wil zo de ‘Lange Arm van Turkije’ in Nederland aanpakken, maar diezelfde Lange Arm kon eerder probleemloos zijn gang gaan. Tot de eeuwwisseling was het zelfs staand beleid dat allochtonen hun cultuur met aanverwante waarden moesten blijven koesteren.
Hans Spekman
Nog maar enkele jaren geleden subsidieerde Nederland activiteiten van zowel Diyanet als Milli Görus en de Gülen-beweging. Zeker PvdA-politici als Asscher en PvdA-voorzitter Hans Spekman werkten daar als lokale politici aan mee, soms in het geniep.
De dubbele nationaliteit van allochtonen in Nederland, ook die van Turken, werd door het overgrote deel van de Tweede Kamer tot dusver altijd gebagatelliseerd onder het motto dat die er niet toe deed omdat Turken in Nederland toch in de eerste plaats Nederlanders zijn.
Er werd naïef aan voorbijgegaan dat de Turkse nationaliteit voor de Turken in Nederland ook verplichtingen tegenover Turkije meebrengt.
Harde woorden
Geen wonder dat Turkije niet blij is met de Nederlandse koerswijziging. Dat daarbij harde woorden worden gebruikt, is niet ongebruikelijk. Turkije uit zich vooral onder Erdogan snel gekwetst, zeker als ook de islam in het geding is. Erdogan neemt andere landen graag de maat, zoals Nederland dat ook graag doet.
Ondanks de bizarre bewoordingen koos Turkije voor een betrekkelijk terughoudende formule om Nederland de les te lezen. Het was geen publieke verklaring van Erdogan of een Turkse minister, maar een mededeling op de website van een ministerie.
Waarden
In feite lijken het Turkije van Erdogan en het Nederland van het kabinet-Rutte/Asscher wel een beetje op elkaar. Turkije is een extreem snel gekwetst land, getekend door het verlies van het Ottomaanse Rijk, met een neiging dat rijk te willen herstellen en Turkse staatsopvattingen over religie en nationaliteit te verspreiden.
Nederland dicht zichzelf op zijn beurt superieure waarden en normen toe, die om te beginnen in Nederland, maar liefst ook ver daarbuiten moeten worden omarmd.
Paternalisme
Asscher verzet zich tegen paternalisme van Turkije in Nederland, maar Asscher bedient zichzelf ook van paternalisme, te beginnen in Nederland, te beginnen jegens de Turken in Nederland.
Want nergens staat geschreven – behalve dan in de brieven van Asscher aan de Tweede Kamer – dat Nederlanders het verplicht eens moeten zijn over alles wat er in de Nederlandse wet staat, zoals de mogelijkheid dat mensen van hetzelfde geslacht moeten kunnen huwen.
En wat je niet van alle Nederlanders mag verlangen, mag je ook niet van Turkse Nederlanders verlangen.