Als minister van Volksgezondheid namens D66 behield Els Borst de uitstraling van een arts. Ze liet zich niet van de wijs brengen door de Haagse hectiek.
Maandag is oud-minister Els Borst overleden. Deze sterke vrouw werd in 1994 – enkele jaren voor haar welverdiende pensioen – minister van Volksgezondheid. Vier jaar later werd ze D66-lijsttrekker en vicepremier. Wat een plichtsbetrachting!
In de politiek behield Borst de uitstraling van een arts. Op vrijdag in de ministerraad, als overwerkte bewindslieden zaten te hoesten en te sniffen, taxeerde ze met wie het echt niet goed ging. Ze wachtte tot de pauze en trok de collega aan zijn mouw: ‘Jij moet naar een dokter.’
Wachtlijsten
Op haar departement probeerde Borst iets te doen aan de wachtlijsten in de zorg. Het was de tijd dat ‘het geld tegen de plinten klotste’. Overschotten in de sociale fondsen gingen naar de zorg, zodat mensen sneller behandeld konden worden en dus ook minder lang ziekenverlof nodig hadden.
Het hielp, maar het leidde ook tot een kostenexplosie, die pas naderhand – door de kabinetten-Balkenende – werd afgeremd via een nieuw ziektekostenstelsel, waarin plaats was voor concurrentie tussen verzekeraars. Wat dat betreft, pakte Borst de problemen niet bij de wortel aan.
Bijlmerramp
Eén keer diende de oppositie een motie van wantrouwen tegen haar in, omdat Borst de ‘slachtoffers van de Bijlmerramp uit 1992’ zou hebben verwaarloosd. De waarheid was dat bewoners van de Bijlmer gek werden gemaakt door Kamerleden en enkele media die onverantwoorde geruchten de wereld instuurden over een chemische en nucleaire lading van het neergestorte vrachtvliegtuig.
Borst kwam geen afkeuring, maar juist lof toe, doordat deze arts nuchter bleef en zich door hectiek niet van de wijs liet brengen. Els Borst is 81 jaar geworden.