Waarom zijn het kabinet, regeringspartijen en gedoogpartners aan het uitdelen geslagen? Schimmige ‘meevallers’ laten onverlet dat er jaarlijks nog steeds vele miljarden worden bijgeleend en dat de staatsschuld nog steeds groeit.
Dat we op de vingers worden gekeken door Brussel heeft het voordeel dat er grenzen worden gesteld aan wat de overheid steeds maar weer mag bijlenen om geld uit te geven.
Daar staat tegenover dat als de druk van Brussel wegvalt, ze in Den Haag meteen de teugels laten vieren, ook als dat erg onverstandig is.
Schuld
De regeringscombinatie van VVD en PvdA en de gedoogpartners D66, ChristenUnie en SGP laat de teugels niet vieren omdat er een begrotingsoverschot is, maar op een moment dat de overheid nog maar net onder het Brusselse begrotingstekort van drie procent is gedoken.
De schuld van de overheid bedraagt ook geen 40 procent van het nationaal inkomen, zoals – zonder crisis – voor 2009 was voorzien, maar 75 procent, ofwel 450 miljard euro.
Laten we ook niet vergeten dat de overheidsuitgaven in verhouding tot het nationaal inkomen sinds 2008 scherp zijn gestegen. Meer dan de helft van wat er in Nederland wordt verdiend, wordt door de overheid uitgegeven. De uitgavengroei wordt vooral betaald uit fors gestegen lasten en uit het bijlenen van geld.
Feestje
Dat zou de eerste zorg moeten zijn voor het kabinet en de partijen die het kabinet op de been houden. De Haagse vergaderaars praten nu echter niet alleen over (een beetje) lastenverlichting, maar ook over extra uitgaven. Voor het eerste valt wat te zeggen, voor het tweede zeker niet.
Maar beide zijn overhaaste reacties op het eerste teken dat het misschien wat beter gaat, zowel met de overheidsfinanciën als met de economie. Maar of het beklijft, moet nog blijken.
Er worden in Den Haag cadeautjes bedacht voor een feestje dat er voorlopig niet is. Verjubelen is altijd fout, maar al helemaal als niet vaststaat dat er wat te verjubelen valt.