Naarmate de tijd verstrijkt na de crash van MH17, klinkt in Nederland de roep om een militair ingrijpen in het oosten van Oekraïne. Premier Rutte zou daarmee moeten dreigen om de rebellen en Poetin onder druk te zetten.
Op de schouders van VVD-premier Mark Rutte rust een steeds zwaardere plicht om iets te doen. Het neergestorte vliegtuig is van Maleisië, maar verreweg de meeste slachtoffers zijn Nederlands.
Het berechten van degenen die de Boeing 777 neerhaalden, komt later. Eerst en vooral wil Nederland dat er respectvol wordt omgegaan met de slachtoffers, beter gezegd hun stoffelijke resten en bezittingen.
De roep om het sturen van militairen weerklinkt. Rutte wees dat zondag af.
Escalatie
Nederland kan in principe een commando-eenheid of enkele pelotons mariniers uitsturen om de plek des onheils veilig te stellen, zodat de rampenonderzoekers hun werk kunnen aanvangen.
Maar daarvoor is het enerzijds al te laat – de rebellen hebben bewijsmateriaal van de raketbeschieting kunnen verdonkeremanen – en anderzijds is er een groot gevaar van escalatie.
Oekraïne zou een dergelijke militaire ingreep zeker verwelkomen. Hoe eerder de NAVO zich met de burgeroorlog gaat bezighouden, hoe liever Kiev het heeft. Maar de rebellen accepteren een ‘interventie’ door Nederlandse elitetroepen niet. Rutte kan nu niet op de Amerikanen wachten.
Dreigen
Toch moet Rutte ermee dreigen, om de druk op de rebellen en op de Russische president Vladimir Poetin op te voeren. Als hij ermee dreigt, moet Rutte eigenlijk al hebben besloten om de Nederlandse elitetroepen in te zetten.
Het is bizar dat Nederlandse journalisten wel de plek des onheils kunnen betreden, terwijl de rampenonderzoekers en forensisch specialisten al dagenlang ergens onderweg zijn blijven steken.
Nederlandse Special Forces (commando’s van de landmacht en Marsof’s van het Korps Mariniers) staan internationaal in hoog aanzien. Die elitetroepen heeft Rutte niet voor niets.
De impasse rond een trein vol dode lichamen is onacceptabel.