Kabinet-Rutte II is een rietje dat zwiept, maar niet breekt

Het kabinet-Rutte II scheerde langs de afgrond, maar kon een val vermijden. Telkens wordt de ondergang van de coalitie voorspeld, waarna VVD en PvdA er toch weer in slagen bijeen te blijven.

Er zijn vier omstandigheden die Rutte II overeind houden. In de eerste plaats weten alle partijen dat Nederland niet elke twee jaar vervroegde Kamerverkiezingen kan hebben, want daar zitten de kiezers helemaal niet op te wachten. Ook oppositieleiders beseffen dat zij er daarom geen belang bij hebben de val van het kabinet na te jagen en de instabiliteit te vergroten. Gedoger Alexander Pechtold (D66) en zelfs opposant Sybrand Buma (CDA) beweren dan ook dat ze er niet op uit zijn Rutte pootje te lichten.

Beweeglijk

Ten tweede is er de beweeglijkheid van VVD-premier Mark Rutte, die overal een pragmatische compromisoplossing voor vindt. Wat op en neer zwiept, breekt niet. Al ging Rutte bij de oplossing van de ‘kerstcrisis’ – drie PvdA-senatoren blokkeerden het schrappen van de vrije artsenkeuze – tot het randje van de mogelijkheden.

De derde stabiliserende factor zijn de peilingen. VVD en PvdA staan er beroerd voor en geen van beide regeringsfracties zal zomaar het kabinet naar huis sturen, want dan moet zowat de helft van de zittende parlementariërs het veld ruimen. Ten slotte: de voorspelde winst van de PVV van Geert Wilders verstevigt de coalitie juist; de andere partijen gunnen hem geen overwinning. Ook al is die winst voor Wilders lang niet zeker. Er komt een strafzaak wegens zijn ‘minder, minder, minder’-uitspraken. Een eerder proces in 2010-2011 bracht Wilders kortstondig extra aanhang. Maar destijds werd hij vrijgesproken. Justitie eiste zelfs geen straf tegen hem.

Provinciale Staten

Hobbelt Rutte II het komende jaar gewoon verder? De premier zelf denkt dat VVD en PvdA ook bij een slechte uitslag bij de Provinciale Statenverkiezingen op 18 maart onversaagd doorgaan. Ja, dat zal wel. Maar de Provinciale Staten kiezen vervolgens op 26 mei om 15.00 uur de Eerste Kamer, waar de regeringspartijen nu al geen meerderheid hebben en straks verder terrein verliezen.

Durft Rutte zijn matig populaire kabinetsbeleid tot inzet te maken van de Provinciale verkiezingen? Dan daagt hij de kiezers uit om wraak te nemen wegens de voortdurende lastenverhogingen, en dat kan de VVD duur komen te staan.

Eerste Kamer

In de huidige Eerste Kamer sprokkelen VVD (16 zetels) en PvdA (14) een meerderheid van 38 zetels bij mekaar. Maar wat nu als de VVD krimpt en de PvdA wegzakt naar de status van splinter? CDA en D66 eisen vervolgens belastingverlagingen en drijven zo een wig tussen VVD en PvdA. Het ‘nivelleringsfeestje’ van het kabinet-Rutte is dan voorbij. Voor de PvdA het signaal ermee te stoppen.

Het Binnenhof staat onder spanning van een permanente verkiezingscampagne én een voortdurende kabinetsformatie. Bij de komende Statenverkiezingen staat dus niet alleen het overleven van Rutte II op het spel, maar ook de vraag of een volgend kabinet nog een meerderheid kan vinden. Dat inzicht noopt alle politieke leiders tot voorzichtigheid: zij kunnen zich maar beter niet vervreemden van collega’s die ze later nog eens hard nodig kunnen hebben. Ook dat verschaft Rutte II weer wat adem