Geruzie binnen de Tweede Kamerfractie en een groter wordende afstand tussen fractie en partij waren de oorzaak van de verkiezingsnederlaag van GroenLinks bij de verkiezingen van afgelopen september. Kiezers hadden geen zin om hun stem te geven aan een partij die intern de zaakjes niet op orde had.
Dat concludeert de commissie-Van Dijk die onderzoek deed naar de politieke nederlaag van de partij.
Volgens de commissie hing de fractie al sinds 2010 ‘als los zand in elkaar’. Daarnaast keken de Kamerleden met ‘dedain’ neer op het partijbestuur dat op haar beurt ‘onvoldoende gewicht’ had om daar weerstand aan te bieden.
Geen regie
Door gebrek aan regie kon het gebeuren dat het jonge Kamerlid Tofik Dibi zich opeens in het openbaar kandideerde voor het lijsttrekkerschap voor de verkiezingen in september.
Dit geruzie in het openbaar heeft de partij volgens de commissie definitief de das om gedaan.
Gedecimeerd
GroenLinks werd bij de verkiezingen gedecimeerd en mocht blij zijn dat het nog (net) 4 zetels overhield in de Kamer.
Partijleider Jolande Sap had direct na die nederlaag moeten opstappen, vindt de commissie. ‘Dit was een grote fout,’ concludeert Van Dijk.
Maar ook de voorganger van Sap, Femke Halsema is schuldig aan het drama binnen de partij. Volgens de commissie ligt de groeiende verwijdering tussen fractie en partij ‘deels op het bordje van Halsema’.