Opstelten gaat zich over de betaling van de advocatenkosten van oud-topambtenaar Joris Demmink ‘beraden’. Tot nu toe werden die door het ministerie van Veiligheid en Justitie betaald.
Het hof in Arnhem besliste dinsdag dat de voormalig topambtenaar van het ministerie van Veiligheid en Justitie moet worden vervolgd vanwege een zedendelict. Twee Turkse mannen van destijds 13 en 14 jaar oud zeggen door Demmink te zijn misbruikt en zouden na hun aangiften in 2008 en 2010 zijn geïntimideerd.
Achter Demmink
Geruchten over zijn betrokkenheid bij een zedenmisdrijf in Turkije gingen al langer, maar er zou zelfs geen bewijs zijn dat Demmink destijds in Turkije was. Tot nu toe hadden Opstelten en zijn voorgangers zich altijd achter Demmink gesteld, die altijd heeft ontkend dat hij schuldig was.
Opstelten ‘respecteert’ de uitspraak van het Hof: ‘Het is nu aan het Openbaar Ministerie en de rechter.’
De minister vindt dat de zaak nooit in de ‘doofpot’ is gestopt. Telkens zijn geruchten en berichten tegen het licht gehouden door de ‘officials’ van het ministerie, zei Opstelten dinsdag.
Privézaak
CDA-Kamerlid Peter Oskam vindt dat Opstelten nu niet langer voor de advocatenkosten van Demmink kan opdraaien, omdat vervolging wegens een zedenmisdrijf een pure privézaak is.
Demmink was tot 1 november de hoogste ambtenaar op het ministerie van Veiligheid en Justitie.