Het is vandaag een cruciale dag voor minister Ronald Plasterk (PvdA, Binnenlandse Zaken). Hij moet zich in de Tweede Kamer verantwoorden over het onderscheppen van 1,8 miljoen telefoongegevens door Nederlandse inlichtingendiensten.
Of Plasterk het debat overleeft, is nog maar de vraag. De brief die hij maandag samen met minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert (VVD) stuurde naar de Tweede Kamer stelde de oppositie niet gerust.
Gelijktijdig
Hennis en Plasterk moesten zich vorige week al verantwoorden bij premier Mark Rutte (VVD), omdat Hennis haar collega Plasterk openlijk afviel. Plasterk zei eind oktober dat het de Amerikaanse NSA was die de telefoongegevens verzamelde.
Maar Hennis zei dat zij al wist dat dat niet het geval was. Uit de brief die de twee maandag naar de Kamer stuurden, bleek dat ze gelijktijdig zijn geïnformeerd op 22 november.
Waarheid
Hoewel Plasterk en Hennis in november al wisten dat de AIVD en MIVD verantwoordelijk waren, besloten zij pas vorige week naar buiten te treden met deze informatie. Zij zouden ook de commissie stiekem, met fractievoorzitters, niet hebben geïnformeerd.
De ministers werden uiteindelijk gedwongen om de informatie bekend te maken vanwege de zaak Burgers tegen Plasterk. De groep burgers en belangenorganisaties klaagt Plasterk aan vanwege het ‘witwassen van informatie’. Hierdoor zou de waarheid toch boven tafel komen.
Mea culpa
Maar zal Plasterk het debat overleven? Daarover zijn de meningen verdeeld. Oud-PvdA-minister Bram Peper zegt in de Volkskrant dat Plasterk aan het begin van het debat een ‘ruiterlijk mea culpa’ moet maken. Hij denkt dat Plasterk er dan wel mee weg komt.
Oud-minister Hans Wiegel (VVD) vraagt zich niet alleen af of de coalitie- en oppositiepartijen Plasterk willen houden: ‘Het is de vraag of het verstandig is van de minister om te willen blijven zitten.’