De geheime diensten AIVD en MIVD mogen voortaan pas afgetapte metadata over Nederlandse burgers aan buitenlandse partners geven, nadat de minister van Binnenlandse Zaken daarvoor schriftelijk toestemming heeft gegeven. De criteria voor samenwerking met zusterdiensten komen in de wet.
Dat zei minister Ronald Plasterk (PvdA, Binnenlandse Zaken) woensdag in een debat in de Tweede Kamer over de afluister- en aftappraktijken van de Amerikaanse inlichtingendienst NSA.
Plasterk kwam eerder nog in de problemen toen bleek dat de Nederlandse inlichtingendiensten 1,8 miljoen metadata hadden afgetapt en gedeeld met de Verenigde Staten. Hij zei toen ten onrechte dat de Amerikanen die gegevens, waarvan hij destijds nog dacht dat het om afgeluisterde telefoongesprekken ging, hadden afgetapt van Nederland.
Geen aanslagen
Plasterk en zijn collega van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert (VVD) benadrukten in de Tweede Kamer dat samenwerken met buitenlandse inlichtingendiensten cruciaal is voor de veiligheid. Plasterk memoreerde dat er de afgelopen tien jaar geen grote terroristische aanslagen meer zijn geweest in Europa.
De PvdA-minister erkende dat het vertrouwen in de Amerikanen sinds de onthullingen van klokkenluider Edward Snowden over spionageprogramma’s een ‘deuk’ heeft opgelopen, maar volgens hem is ‘uitdeuken en doorrijden’ het devies. De onthullingen van Snowden hebben volgens hem wel het werk van de AIVD moeilijker gemaakt, schrijft de website tweakers.net.
Plasterk maakte ook bekend dat de AIVD en de MIVD mogelijk onder één dak worden ondergebracht. De algemene en militaire inlichtingendienst zullen niet samengaan.