Het kabinet heeft 7 miljoen euro extra beschikbaar gesteld voor noodhulp aan Syrische vluchtelingen. Van dat bedrag gaat 4 miljoen naar de Verenigde Naties, 2 miljoen is voor hulp aan gevluchte Syriërs in Turkije en 1 miljoen voor Syriërs in Libanon.
Minister Lilianne Ploumen (PvdA, Ontwikkelingssamenwerking) maakte dat woensdag bekend tijdens een bezoek aan een vluchtelingenkamp aan de Turks-Syrische grens.
Vluchtelingen
Het geld voor de vluchtelingen in Turkije en Libanon wordt verdeeld door het Rode Kruis. Ploumen sprak in het kamp met hulpverleners en vluchtelingen.
‘Het is bemoedigend om te zien hoe deze vluchtelingen hier in Turkije worden opgevangen. De Turkse overheid, het Rode Kruis en andere hulporganisaties verdienen erkenning voor hun enorme inspanningen.’
Met de 7 miljoen euro die Nederland nu beschikbaar stelt, komt het totaal van hulp voor Syriërs op 83,5 miljoen euro.
Geld
Abrahim Miro, minister van Financiën en Economie in de interim-regering van de Syrische oppositie, zei woensdag dat Nederland geen geld meer moet geven via de Verenigde Naties om Syriërs in eigen land te helpen. Hij sprak daar woensdag over met Ploumen.
Volgens Miro, die studeerde aan de VU in Amsterdam, komt 90 procent van dit geld terecht in gebieden die onder controle staan van de Syrische president Bashar al-Assad. ‘Hulp kan beter via hulporganisaties en andere instellingen de grens overgaan.’