Nederland gaat samen met Duitsland, Groot-Brittannië, Frankrijk, Polen, Spanje, België en Denemarken maatregelen nemen om het gevaar van jihadisten te bestrijden. De aanpak is vooral gericht op radicalen op internet.
De landen gaan samenwerken met internetbedrijven als Google en internetproviders om websites die oproepen om naar strijdgebieden af te reizen uit de lucht te halen.
Steden
Minister Ivo Opstelten (VVD, Veiligheid en Justitie) spreekt dinsdag met zijn Europese collega’s in Milaan tijdens een speciale bijeenkomst. De betrokken landen hebben allemaal te maken met terugkerende jihadisten.
De landen gaan een gezamenlijk informatiesysteem inrichten voor Syriëgangers en andere jihadisten. Daardoor kunnen de landen gegevens over extremisten delen. Zodra aan de grens of in een land een jihadist wordt geïdentificeerd, kan er actie worden genomen.
Veel Europese jihadisten vechten in Syrië en Irak mee met terreurorganisaties. Vanavond gaan ook burgemeesters van acht Nederlandse en drie Belgische steden met elkaar in overleg om te kijken of zij het probleem gezamenlijk kunnen aanpakken.
AIVD
Eerder vandaag zei Peter Knoope, directeur van het Internationaal Centrum voor Contraterrorisme in Den Haag, tegen NRC dat inlichtingendienst AIVD meer informatie zou moeten delen met betrokken ambtenaren en families van jihadisten.
Bovendien zou de harde taal over jongeren die naar het buitenland gaan voor de jihad averechts kunnen werken in hun radicalisering. Twijfelaars, die zijn geronseld maar eigenlijk niet willen, zouden hierdoor het gevoel kunnen krijgen dat er geen uitweg is.