Communisten in Nederland: een ontluisterend verleden

(Foto: ANP)

De historicus Rob Hartmans publiceerde een reeks boeiende boeken over allerlei onderwerpen. Zijn meest recente publicatie Rode kameraden biedt een even degelijk als ontluisterend inzicht in communisten in Nederland in de vorige eeuw.

EW: Waarom dit boek?

Rob Hartmans: ‘Omdat een overzichtswerk over het Nederlandse communisme ontbrak. Bovendien merk je dat de kennis over het onderwerp aan het wegzakken is. Voor zover die kennis al bestond. Je hoort tegenwoordig wel van die relativerende geluiden dat het een beetje is misgelopen met het communisme, maar dat de aanhangers wel nobele idealen hadden. Wat een ernstige misvatting is. Het communisme was een totalitaire ideologie.’

EW: Kunt u als overtuigd anticommunist wel objectief oordelen over communisten in Nederland?

Hartmans: ‘Van iemand die een boek over de NSB schrijft, verlang je ook niet dat hij sympathie koestert voor het nationaal-socialisme. Anticommunisme spreekt voor mij net zo voor zich als antifascisme. Communistische regimes hebben in totaal meer slachtoffers gemaakt dan fascistische en nationaal-socialistische dictaturen. De schattingen lopen uiteen van minimaal 65 tot meer dan 100 miljoen doden.’

EW: Waren de communisten in Nederland beschaafder dan de buitenlandse?

Hartmans: ‘Zij waren een marginale partij zonder veel invloed. Het is nooit dus duidelijk geworden of ze inderdaad hun tegenstanders tegen de muur hadden gezet als ze de macht hadden gegrepen, zoals ze geregeld aankondigden. Ze hebben zich hier nooit kunnen ontpoppen tot beulen. Maar velen waren gemankeerde beulen. En ze volgden trouw de lijn van de Sovjet-Unie. Moskou bepaalde wie er in het bestuur kwam van de CPN. Na de inval in Tsjechoslowakije in 1948 publiceerde de partij het pamflet Praag… en Den Haag, waarin het optreden van de Sovjet-Unie werd toegejuicht.’

EW: Het is dus logisch dat de BVD de CPN in het vizier hield?

Hartmans: ‘Dat was heel begrijpelijk. De CPN was een staatsgevaarlijke partij die de parlementaire democratie wilde afschaffen en zich liet leiden door een vreemde, vijandige mogendheid. Wat mij stoorde, waren de verontwaardigde reacties toen twee jaar geleden ruim zeventigduizend persoonsdossiers van de BVD openbaar werden gemaakt en bleek dat CPN’ers in de gaten waren gehouden. Het bizarre beeld ontstond toen dat zij als arme slachtoffers van een totalitaire Nederlandse overheid schandalig waren behandeld. Terwijl het ging om vijanden van de parlementaire democratie die hand- en spandiensten verrichtten voor misdadige buitenlandse regimes.’

EW: Hebben in Nederland communisten zich tijdens de Tweede Wereldoorlog niet heldhaftig gedragen?

Hartmans: ‘Velen wel. Maar moed is een moreel neutraal begrip. Leden van de Waffen-SS gedroegen zich ook heldhaftig. In die zin dat zij zich bijvoorbeeld aan het Oostfront moedig inzetten voor hun eigen idealen. Je kunt heel dapper strijden voor een heel desastreuze ideologie. Zoals communisten deden. Maar ze streden hier wel tegen een tirannieke bezetter, dat moet je ze nageven.’

EW: Waarom kon het blijkbaar zo gruwelijke communisme zo’n aantrekkingskracht uitoefenen op intellectuelen?

Hartmans: ‘Het was een politieke religie met een totaal geloof in een nieuwe maatschappij. Het bood uitzicht op verlossing, op een geheel rechtvaardige samenleving zonder de schaduwzijden van het kapitalisme. Dat had iets aanlokkelijks. Tal van intellectuelen voelden ook wel de behoefte zich af te zetten tegen het burgerlijke milieu waaruit ze afkomstig waren.’

EW: Hoe kreeg het communisme in Nederland een milder gezicht?

Hartmans: ‘Vanaf de jaren zestig ontstond wat ik een sociaal-democratisering van het communisme noem. CPN’ers zochten bijvoorbeeld op lokaal niveau samenwerking en toonden zich bereid om compromissen te sluiten. Bovendien kenterde het politieke klimaat in Nederland. Het werd progressiever. Communisten werden in toenemende mate gezien als fatsoenlijke linkse mensen. Radicaler dan PvdA’ers, maar met het hart op de goede plaats. CPN-leider Marcus Bakker profiteerde van die veranderde tijdgeest en oogstte waardering.’

EW: Is het toch niet vreemd dat in de Tweede Kamer een zaal naar Bakker is genoemd?

Hartmans: ‘Dat vond ik meteen al een schande. Hij was gewoon een stalinist. Je hebt ook zo’n volstrekt kritiekloze biografie van Bakker, geschreven door de oud-CPN-apparatsjik Leo Molenaar. Nooit op de knieën was de belachelijke titel. Terwijl Bakker steeds slaafs Paul de Groot heeft gevolgd, lang de alleenheerser in de ondemocratische CPN. Hij deed niets anders dan op zijn knieën zitten.’