In 2025 besluiten bedrijven of zij miljarden op tafel leggen voor CO2-opslag in de Noordzee (project Aramis). De Noordzee komt steeds voller te staan met windmolens, een van de succesverhalen van de energietransitie. Maar hoe meer Nederland probeert te verduurzamen, hoe moeilijker dit lijkt te zijn.
De omslag van fossiele naar groene industrie is lastig. Vaak is de techniek er wel, maar kunnen de miljardeninvesteringen niet uit of is er geen plek op het stroomnet om gas in te wisselen voor elektriciteit. De Noordzee biedt de industrie een tussenoplossing.
Door decennialange olie- en gaswinning zijn ‘lege’ velden ontstaan waarin je CO2 kunt bewaren. Zo kunnen industrie, afvalverbrandingsinstallaties en elektriciteitscentrales de CO2 die nu de lucht in gaat, afvangen en daar opslaan.
CO2-opslag Noordzee: Porthos en Aramis
Er wordt gebouwd aan het CO2-opslagproject Porthos in Rotterdam, waar
2,5 miljoen ton CO2 de grond in moet gaan. En er zijn plannen voor een veel groter project: Aramis. Daar moet op termijn 22 miljoen ton CO2 per jaar in kunnen. Ter vergelijking: Nederland stootte in 2023 121 miljoen ton CO2 uit, plus andere broeikasgassen.
De betrokken bedrijven – Shell, TotalEnergies, Gasunie en EBN – willen in 2025 besluiten of zij de benodigde 6 tot 7 miljard euro, zo niet meer, op tafel gaan leggen. De vraag is: vallen alle puzzelstukjes al in elkaar of duurt het toch langer? Want ook dit project moet financieel rendabel zijn.
Duitsland
De Delta Rijn Corridor, een megaproject dat CO2 uit de Duitse industrie moet aanvoeren, is al jaren vertraagd. Voor grote uitstoters tikt de klok door. Zonder Aramis zitten zij klem: verduurzamen kan niet altijd snel of rendabel, maar CO2 uitstoten mag vanaf 2040 niet meer.