Donald Trump mag een exuberante, vaak platvloerse stijl hebben, hij heeft ook iets ondoorgrondelijks. Aanleiding om drie mannen te belichten van wie de president zelf heeft gezegd dat zijn omgang met hen hem beslissend heeft beïnvloed. In de eerste plaats was dat zijn vader Fred Trump, ook miljonair in onroerend goed. Dan Roy Cohn, de geslepen topadvocaat, en ten slotte geestelijk leider Dominee Peale, wiens christelijk-nationalisme werd omarmd door Trump.
Het killersinstinct van vader Fred
Fred C. Trump
1905 Geboren in New York
1918-1923 Richmond Hill High School in Queens, New York
1923 Richt familiebedrijf Elizabeth Trump & Son op
1936 Trouwt met Mary McLeod
1937 Wordt voor het eerst vader
1999 Overlijdt op 93-jarige leeftijd, net als zijn vader, aan de gevolgen van een long-ontsteking
Zo de vader, zo niet de zoon. Of liever gezegd: zo maar zeer ten dele de zoon. Fred Trump – de vader van Donald J. Trump, president van Amerika – stierf in 1999. De overeenkomst tussen vader en zoon is dat beiden in New York in het onroerend goed zijn gegaan en daarmee steenrijk zijn geworden, zij het Donald nog veel rijker dan Fred.
Het grote verschil tussen beide Trumps is dat je Fred met enige moeite bescheiden kunt noemen en wars van al te grote avonturen. Hij bouwde eentonige woningblokken voor de middenklasse in de stadsdelen Brooklyn en Queens, terwijl Donald zich richtte op de extreme luxe van Manhattan. Een van de weinige grote conflicten tussen hen betrof Donalds beslissing om bruin baksteen achter zich te laten en te gaan werken met staal en glas.
Toch was Fred niet geheel van fantasie gespeend. In een portret van hem in dagblad The New York Times wordt de sfeer opgeroepen van een snikhete zomerdag in 1939 op Coney Island. Duizenden dagjesmensen schuifelden langs de kermisattracties en stalletjes met hotdogs en soda pop (frisdranken). Vlak achter de branding lag een enorm jacht met de naam Trump Show Boat. Uit de luidsprekers klonk geregeld de Star-Spangled Banner en het God Bless America, wat de zonnebaders, die niet onvaderlandslievend wilden lijken, dwong om steeds weer op te staan. Dit schip behoorde toe aan Fred C. Trump. De bemanning liet luchtballonnen op in de vorm van een zwaardvis. Wie er een te pakken kreeg en zich bij het kantoor van Fred meldde, ontving een korting van 250 dollar bij de aankoop van een appartement.
Vader Fred had wel meer originele ideeën. Zo had hij alle wanden van een van zijn modelflats laten behangen met ontvangstbewijzen van huurbetalingen om te onderstrepen dat huren zo veel duurder is dan kopen.
Fred Trump werd in 1905 geboren uit een Duits emigrantenechtpaar. Zijn vader Friedrich was op zijn zestiende naar Amerika gekomen. Het viel hem zwaar om de eindjes aan elkaar te knopen. Friedrich, verhit door de goudkoorts, was eerst naar Klondike in Canada, aan de grens met Alaska, getrokken. Maar hij had daar niet de jackpot gewonnen. Terug in New York runde hij een bar waar veel net uit Europa aangekomen goudzoekers aanlegden.
Donalds grootvader begon met wisselend succes met het ontwikkelen van enkele bouwprojecten, maar hij stierf aan een longontsteking toen zijn zoon Fred pas dertien jaar was.
In de jaren twintig van de vorige eeuw begon Fred samen met zijn moeder Elizabeth, omdat hij zelf te jong was om cheques te tekenen, de firma Elizabeth Trump & Son. Zij hadden succes met de bouw van garages en later van eenvoudige appartementen. Na de Grote Depressie in de jaren dertig deed Fred, een gesoigneerde verschijning met een parmantig roestbruin snorretje, het voorkomen alsof hij Zweeds was teneinde Joodse kopers niet af te schrikken. Hij was inmiddels getrouwd met Mary MacLeod, een immigrant uit Schotland. Het paar kreeg vijf kinderen, onder wie in 1946 Donald John. De familie Trump woonde in een huis van twee verdiepingen in de Britse tudorstijl, aan de Wareham Place in de Jamaica Estates, een wijk die aan het voorstedelijke Long Island grensde.
Fred had rond 1970 zijn eerste miljoen binnen, voor een goed deel bijeengeharkt met fondsen van socialewoningbouwprogramma’s. Toen hij in 1999 stierf, had hij vele jaren met zijn zoon Donald samengewerkt in de eenvoudige burelen van de Trump Organization op Coney Island.
Donald trad in de voetsporen van zijn vader, maar had een veel onstuimiger karakter. Samen zijn zij in 1973 gedaagden in een rechtszaak wegens discriminatie. De beschuldiging luidde dat zij zwarte belangstellenden uit hun huizen zouden weren. Ondanks overtuigende aanwijzingen dat daarvan inderdaad sprake was geweest, kwam het niet tot een veroordeling, want de Trumps slaagden erin om voor veel geld te schikken.
In een toespraak voor de National Association of Home Builders in 2016 zei Trump dat hij de waarden van zijn vader en diens killersinstinct had leren kennen door hem te volgen van bouwplaats naar bouwplaats. Hij leerde van zijn vader hoe je de meeste waarde uit elke dollar perst en hoe veeleisend je voor je mensen moet zijn.
De oude Trump was zo zuinig als een kluizenaar, maar zijn zoon zo spilziek als de Zonnekoning.
De vergeldingsdrang van advocaat Cohn
Roy Cohn
1927 Geboren in New York
1947 Studeert af aan Columbia Law School
1951 Betrokken bij de rechtszaak tegen Julius en Ethel Rosenberg, beiden verdacht van spionage
1952 Wordt vaste advocaat van Joseph McCarthy tot aan de Army-McCarthy-
hoorzittingen
1973 Donald Trumps advocaat in de zaak-Fair Housing Act
1986 Hoog-gerechtshof staat New York royeert Cohn als advocaat. Hij overlijdt hetzelfde jaar op 59-jarige leeftijd aan aids
In 1952, toen de heksenjacht van Joe McCarthy op al dan niet vermeende communisten in alle hevigheid was losgebarsten, was de belangrijkste medewerker van deze Republikeinse Senator uit Wisconsin een geslepen advocaat uit New York die Roy Cohn heette. Hij was homoseksueel voor zover zijn activiteiten zich binnen de kast afspeelden, maar fel anti-homo in de uitoefening van zijn praktijk. Toen hem werd gevraagd om een leraar te verdedigen die was ontslagen omdat hij homo was, weigerde Cohn. ‘Homoseksuele leraren vormen een ernstige bedreiging voor de Amerikaanse kinderen,’ luidde zijn motivering om het niet te doen.
Trump en Cohn (1927-1986) hadden elkaar begin jaren zeventig in een disco ontmoet. ‘Na mijn vader is er niemand geweest die meer invloed op mij heeft gehad dan Roy Cohn,’ zou Trump later verklaren. De belangrijkste les die de strafpleiter zijn toen al puissant rijke cliënt meegaf, was dat als je wordt aangevallen je onmiddellijk met honderdvoudige kracht moet terugslaan. Een devies dat volledig spoorde met Trumps benadering van de wereld – of dat nu bij een opstootje in de rechtbank, of een matpartij in een dancing was. Kortere lontjes dan de zijne zijn zelden gefabriceerd.
Cohns ouderlijk huis ademde macht en invloed. Vader Albert Cohn behoorde tot het Democratische Partij-establishment van New York en werd rechter in het Hooggerechtshof van de deelstaat. Zijn altijd onberispelijke zoon Roy, die wel wat weghad van de Nederlandse cabaretier en acteur Wim Sonneveld, studeerde al op zijn twintigste af in de rechten aan Columbia University. Daarna veroverde hij een plaats bij het parket van de openbare aanklager in Manhattan. Later liet hij zich erop voorstaan dat hij, om die post te krijgen, gebruik had gemaakt van de banden die zijn familie onderhield met de vijf belangrijkste maffiafamilies van New York.
In 1951 droeg Cohn in hoge mate bij aan de veroordeling van Ethel en Julius Rosenberg wegens spionage voor de Sovjet-Unie. Destijds stond zelfs in Nederland op bruggen en muren te lezen: ‘Red de Rosenbergs’. Cohn beweerde dat hij de rechter ervan had overtuigd dat niet alleen Julius, maar ook Ethel op de elektrische stoel hoorde te eindigen.
Cohn oefende zijn praktijk uit vanuit een herenhuis in Manhattan. Michael Kranish en Marc Fisher, onderzoeksjournalisten van de krant The Washington Post, schrijven in hun boek Trump Revealed dat de clientèle van Cohn varieerde van het aartsbisdom, vastgoedmagnaten en disco-exploitanten tot gangsters. Hij schepte erover op dat hij geen belasting betaalde, een voorbeeld dat Trump enthousiast heeft gevolgd.
De advocaat zelf werd een reeks van aanklachten ten laste gelegd voor delicten als belemmering van de rechtsgang, afpersing en omkoping. Maar hij kwam er altijd mee weg. ‘Toekomstige cliënten die hun echtgenoot willen vermoorden, een zakenpartner martelen of de overheid pootje lichten, moeten Roy Cohn inhuren,’ schreef het blad Esquire. ‘Hij is de hardste, gemeenste, meest loyale, vileinste, maar ook een van de allerbeste advocaten van Amerika. Hij is geen aardige man.’
Bij het proces dat de staat tegen Trump voerde over discriminatie bij de toewijzing van woonruimte, was Cohn zijn advocaat. Mettertijd oversteeg Cohns betekenis voor Trump die van een advocaat, hij werd zijn media-adviseur en intermediair tussen de machtigen van de stad.
Dat je succes voornamelijk afhangt van je reputatie en imago, had Trump van Cohn geleerd. Hij voegde echter zelf een nieuwe factor aan de succesformule toe: Trump begon zijn naamsbekendheid niet alleen te gebruiken om zijn vastgoed aan te prijzen, maar ook voor honkbalteams, casino’s, schoonheidswedstrijden en televisieproducties. De alom aanwezige Trump was een merk geworden. Zijn imperium begon steeds meer op de Bibelebonse berg te lijken.
Cohn stierf in 1986, 59 jaar oud, aan aids – hoewel hij tot zijn laatste snik had volgehouden dat het leverkanker was. In zijn laatste levensjaar – hij was toen al doodziek – had Cohn nog ruzie met Trump gekregen. ‘Donald heeft ijs in zijn aderen,’ zei de inmiddels geroyeerde advocaat.
De vete werd op het nippertje bijgelegd.
Oneindig geloof in eigen kunnen van dominee Peale
Norman Vincent Peale
1898 Geboren in Bowersville, Ohio.
1930 Trouwt met Loretta Ruth Stafford. Zij krijgen drie kinderen
1932 Stapt over van protestants methodisme naar de Reformed Church in America (gereformeerd). Wordt dominee bij de Marble Collegiate Church, New York
1952 Publiceert zelfhulpboek The Power of Positive Thinking
1960 Campagne tegen katholiek John F. Kennedy
1977 Trouwt Trump en Ivana Marie Zelníčková in de Marble Collegiate Church
1993 Overlijdt na beroerte in Pawling, New York
Donald Trump werd gedoopt in de First Presbyterian Church, in de wijk Jamaica van het New Yorkse stadsdeel Queens. Zijn ouders gaven hem een sobere, protestante opvoeding, die ertoe leidde dat Trump nooit een druppel alcohol drinkt, noch één sigaret rookt. Zelfs koffie is voor hem taboe.
Toen hij tegen de dertig liep, begon Trump in Manhattan te kerken bij de befaamde dominee Norman Vincent Peale (1898-1993), die toen al wereldwijd bekend was door zijn in 1952 verschenen boek The Power of Positive Thinking, in het Nederlands verschenen als De kracht van positief denken. Daarin staat het geloof in eigen kunnen op de voorgrond, en dat is veel belangrijker dan het geloof in God. Trumps eigen boek The Art of the Deal zou als vervolg daarop kunnen gelden.
Marble Collegiate Church, waar Peale elke zondag preekte, staat aan Fifth Avenue. Het oorspronkelijke kerkgebouw stamt uit 1628, het huidige uit 1854. Peter Minuit (1594-1638), de gouverneur van Nieuw-
Nederland, was de eerste ouderling van deze kerkgemeenschap. Peter Stuyvesant (1611-1672) zat elke zondag in de voorste bank.
Trumps ouders gingen er wekelijks te kerke en Donald verklaarde later dat hij het, wegens Peale, na afloop van de dienst dikwijls jammer vond dat het afgelopen was. Trumps eerste huwelijk, met Ivana, werd er gesloten.
Peales prominente positie binnen het geestelijke establishment liep even gevaar toen hij zich in 1960 opwierp als de leider van 150 predikanten, onder wie dominee Billy Graham, die vonden dat de rooms-katholieke John Kennedy niet in het Witte Huis thuishoorde. Peale krabbelde vlug terug nadat hij werd beticht van vooroordelen.
In First Things, een invloedrijk Amerikaans tijdschrift over religieuze zaken, memoreerde Matthew Schmitz in augustus 2016 hoe Trump de leer van het positieve denken onstuimig had omarmd. Trump en de gevierde dominee begonnen elkaar te bestrooien met het poedersuiker van de wederzijdse adoratie. Peale, een genereuze man, maar kennelijk geen groot psycholoog, zei dat Trump doordesemd was van nederigheid, terwijl Trump juist beweerde dat Peale nog nooit een betere volgeling had gehad dan hijzelf. Trump had het volgens Peale in zich om ‘de grootste vastgoedondernemer van zijn tijd’ te worden. Trump prees Peale op zijn beurt, omdat hij van hem had geleerd dat de geest elk obstakel de baas kan worden, als je maar nooit aan negatieve dingen denkt. Peale is de enige man die ooit door Trump zijn mentor is genoemd.
Peale, die in staat zou zijn geweest om ijs aan de eskimo’s te verkopen, was een fervent patriot. Hij noemde Amerika de grootste natie op aarde. Waar een wil was, was altijd ook een weg. Peale beloofde zijn volgelingen een constante stroom energie, zolang zij maar positief bleven denken. Een onderneming opgeven, was vloeken in zijn kerk. Feiten waren minder belangrijk dan een positieve houding. Je mocht je gerust op de borst trommelen – dat was zelfs geboden – maar gevoelens als ‘ik ben U niet waardig, Heer,’ waren beslist uit den boze. Peales credo luidde juist: stamp in je hoofd dat je een succesnummer bent. In kringen van de geestelijkheid werd hij vaak de handelsreiziger des Heren genoemd. Sommigen vonden dat zijn lichte boodschap een loze boodschap was, en de brenger daarvan een charlatan.
In 1990, nadat hij kapitalen had uitgegeven aan een eigen luchtvaartmaatschappij, het Plaza Hotel, een kolossaal jacht en een derde casino, stond Trump bijna 1 miljard dollar in het rood. Zijn crediteuren dreigden met beslaglegging. Toch kwam hij er, zoals zo vaak, met weinig kleerscheuren vanaf. In een interview in 2009 met Psychology Today schreef hij het aan de invloed van Peales boek toe dat hij destijds met de schrik was vrijgekomen. ‘Al hebben de kranten mij al tien keer afgeschreven, zelf doe ik dat nooit.’
‘Zeker, dominee Peale zou onze boeren op de Veluwe niet kunnen behagen,’ zo schreef Elseviers Weekblad in 1962, ‘noch de kerkgangers op Goeree-Overflakkee kunnen bekoren.’ Nee, een geloofsbeleving doortrokken van een zekere brallerigheid zou hen ook nu nog altijd niet trekken, maar Trump past haar juist als een maatpak.