Waarom de oude hippie niet op de hipster van nu lijkt

Foto: AFP

Moderne hipsters lijken veel weg te hebben van de hippies van een halve eeuw geleden, maar dat is slechts een façade.

Cathelijn Paling is journalist en studeerde in 2014 in Berkeley. Ze schreef met haar vader, socioloog Kees Paling, over de geschiedenis van de hippiebeweging.

Vijftig jaar geleden begonnen hippies aan hun opmars door de westerse samenleving. Ze vormden al snel de grootste bedreiging voor de gevestigde orde. Wat is er geworden van die tegenbeweging?

Het begon aan de Amerikaanse westkust, in de universiteitsstad Berkeley, bij San Francisco. Daar concentreerde zich een activisme rond vrijheid van meningsuiting, gelijke rechten voor zwarten, vrouwen en homoseksuelen, en de anti-oorlogbeweging. Veel meer nog vormden deze hippies een tegencultuur met een eigen levensstijl, die in alles afweek van de normen en waarden van het establishment. In kleding en haardracht, belangstelling en idealen, omgangsvormen en muziek.

Wierook en wiet

Wie nu in Berkeley rondloopt, herkent veel elementen van de hippiecultuur van destijds. Op de route naar de universiteitscampus, langs Telegraph Avenue, zijn allerlei winkeltjes die tweedehandsspullen verkopen, van kleding tot grammofoonplaten. Er is een vlooienmarkt waar wierook en zelfgemaakte haarbanden en kettingen niet ontbreken en een markt met uitsluitend biologische producten. Berkeley kent ook relatief veel vegetarische restaurants met namen als Cafe Tibet, Sanctuary Bistro en Herbivore. In de stad rijden bovendien talloze elektrische en hybride auto’s, naast een groot aantal fietsers. Tolerantie is hier een groot goed; er is dan ook een grote verscheidenheid aan godshuizen te vinden.

Zeer karakteristiek is de geur van wiet die je overal op straat ruikt. In veel tuintjes hebben hennepplanten een eigen hoekje: wietrokers in Berkeley hechten eraan hun eigen wiet te telen. Haaks daarop staat het rookverbod op de campus en zelfs in verschillende straten van Berkeley.

Tolerantie, een afkeer van massaproductie en een sterke voorkeur voor gezonde voeding uit de regio: het zijn allemaal elementen die hun wortels hebben in de hippiecultuur van vijftig jaar terug. ‘Het beste jaar om een hippie te zijn, was 1965,’ schreef de Amerikaanse journalist Hunter S. Thompson (1937- 2005). In dat jaar konden hippies in eigen kring nog doen wat ze wilden, zonder dat iemand zich met hen bemoeide – de populaire drug lsd werd pas een jaar later bij wet verboden.

Peace, love, flowers

Als opvolgers van de Beat Generation uit de jaren vijftig zetten de hippies zich principieel af tegen de verworvenheden van de westerse consumptiemaatschappij. Carrière, bezit en persoonlijk gewin waren niet langer het doel waarvoor de mens op aarde was: het ging er veel meer om die aarde te behouden en er in harmonie mee te leven. Daarvoor zochten ze hun inspiratie in de oosterse filosofie en wijsheid van Indiaanse sjamanen. In 1965 raakten de Verenigde Staten betrokken bij de Vietnamoorlog, wat al snel leidde tot de eerste demonstraties in Berkeley, waar jongeren hun oproepkaarten voor militaire dienst verbrandden.

Tegelijkertijd experimenteerden hippies op verscheidene plaatsen in Californië met verdovende middelen als lsd, peyote en cannabis. En dan was er natuurlijk de muziek, als integraal onderdeel van het hippiebestaan. Lokale bands als Jefferson Airplane en Grateful Dead verkregen al snel een cultstatus en werden over de hele wereld populair. De songteksten gingen over liefde en vrijheid, seks en drugs, oorlog en vrede: alles wat hippies in die tijd bezighield. Op posters, buttons en T-shirts drukten zij hun verbondenheid uit met popartiesten, politieke bewegingen en Moeder Aarde.

Hippies oefenden een sterke aantrekkingskracht uit op de jongste generatie. Dat maakte de beweging zo bedreigend voor de status quo dat president Richard Nixon hippiegoeroe Timothy Leary de gevaarlijkste man van Amerika noemde. Vanuit Berkeley schoot de hippiecultuur wortel in San Francisco en binnen twee jaar was de stad het centrum van de nieuwe tijd, waar peace, love en flowers de boventoon voerden.

woodstock_redmond_crowd_cropped
Woodstock, 1969. Foto: Wikimedia

Iedereen wilde hippie zijn

Het hoogtepunt van de hippiebeweging was ongetwijfeld The Summer of Love van 1967, met in juni het Monterey Pop Music Festival, dat de inspiratie zou blijken voor het muziekfestival Woodstock, twee jaar later. Het festival in Monterey was het toonbeeld van tolerantie en saamhorigheid. Weg van het nationalisme, van het Koude-Oorlog-Amerika – hier heerste juist een gevoel van verbondenheid tussen mensen onderling en van mens tot planeet.

De hippiecultuur verbreidde zich zeer snel en werd zichtbaar in de mode, film, kunst en natuurlijk de muziek. In juni 1967 verscheen het album Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band van The Beatles, dat sterk geïnspireerd bleek door de nieuwe beweging. Toch schreef Hunter S. Thompson dat 1967 géén goed jaar was om een hippie te zijn. Het was het jaar waarin alle grote media, van Time en Newsweek tot The New York Times, aandacht besteedden aan het hippiedom. Het was het jaar waarin toeristen, freaks en mensen die zich wilden onttrekken aan de maatschappij naar San Francisco trokken om deel te nemen aan de culturele revolutie.

Het was bovenal het jaar waarin de commercie zich met de beweging ging bezighouden. Hip werd hot en jongeren vormden een sterke groeimarkt in een aantrekkende economie. De hippies van het eerste uur hadden met lede ogen de verloedering van hun beweging aangezien en dus organiseerden zij in oktober 1967 een lijkstoet om het overleden hippiedom ten grave te dragen. Maar met het imago gingen nog niet de idealen verloren.

Uitgestorven

Integendeel. Hippies stichtten gemeenschappen door heel Amerika en daarna in de gehele wereld. Ze bevorderden ecologische landbouw en fair trade. Ze streden mee voor gelijke rechten, voor vrede en voor een beter milieu. En met hun drugsexperimenten maakten ze waarschijnlijk de weg vrij voor onderzoek naar de mogelijkheden van de menselijke geest. Belangrijker nog was dat hun ideeën aansloegen bij de jongere generatie, ook als ze geen sandalen of een haarband droegen.

Leary zei daarover: ‘Voor elke zichtbare hippie, blootsvoets, met bloemen en kralen, zijn er duizend onzichtbare leden.’ Het verhaal van de hippiebeweging is opmerkelijk, omdat het zich afspeelt in enkele jaren tijd. Daarnaast kent de ontwikkeling twee paradoxen: hippies zetten zich af tegen technocratie en tegen de consumptiemaatschappij, maar juist door massa media, massaproductie en moderne technologie kon hun tegencultuur zich zo snel verbreiden. Hippies keerden zich af van ‘het systeem’ en wilden gewoon hun eigen leven leiden. Maar alleen al door hun aanwezigheid en hun levensstijl boden ze een alternatief en veranderden ze – bijna ondanks zichzelf – de samenleving.

Die veranderingen zijn nog altijd zichtbaar in Berkeley, de geboorteplaats van de beweging. Het straatbeeld van Telegraph Avenue toont nog duidelijk overblijfselen van de gloriejaren van de flowerpower, maar het stereotiepe beeld van de hippie met de lange haren, hoofdband en gekleed in tweedehandsof zelfgemaakte kleren op sandalen of blote voeten, zie je alleen terug in een handjevol bedelende love & peace-aanhangers aan de noordzijde van de straat, waar ze in kleermakerszit rondhangen met een gitaar in de hand.

De hipster van nu is niet de hippie van toen

Het is slechts een façade, net als de ‘hippiekleding’ die bij veel webwinkels te koop is en de levensstijl van de zogeheten hipsters die verderop de campus van Berkeley bevolken. Wellicht delen die hipsters de idealen van de hippies, maar in hun uiterlijk hebben ze de haarband vervangen door een hip kapsel en de sandalen door moderne, snelle sneakers. Zo zijn er meer verschillen. Hippies hielden zich vooral bezig met het oogsten en roken van hun eigen wiet, de hipsters zijn vooral druk met het posten van berichtjes op Twitter.

hippie
De hippie van toen….
hipster
…. en de hipster van nu zijn niet te vergelijken. Illustraties: Peter ter Mors

 

 

 

 

 

 

Hippies ontrokken zich aan de maatschappij, waren vaak vegetariër en geloofden in ecovriendelijk, terwijl hooggeschoolde hipsters trendy muntthee drinken en een fortuin uitgeven aan bakjes hennepzaad, quinoa en tarwegras. Het grootste verschil is nog wel dat hipsters veel geld uitgeven om er arm uit te zien: hele maandsalarissen geven ze uit bij kledingwinkels als American Apparel, terwijl de hippies die op straat leefden nauwelijks een cent uitgaven aan hun versleten skinny jeans en tweedehandssandalen.