Ruim honderdvijftig jaar geleden brak de Amerikaanse Burgeroorlog uit. Maar in de jaren voorafgaand aan het conflict waren de spanningen tussen het Noorden en Zuiden al zeer hoog opgelopen. Dat bleek bijvoorbeeld op 22 mei 1856, toen een Senator in het Congres door een collega werd afgetuigd.
Voordat de Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865) losbarstte, was er al al enige tijd sprake van oplopende spanningen tussen het industriële Noorden en het op landbouw gerichte Zuiden. Dit ging onder meer over slavernij.
De strijd over slavernij werd aanvankelijk voornamelijk verbaal uitgevochten in het Congres, het hart van de Amerikaanse democratie. Soms bleef het echter niet bij een verbale strijd, en explodeerde de bom die al zo lang aan het tikken was.
Meer over de Amerikaanse Burgeroorlog: Lincolns befaamde Gettysburg Address
Slavenstaten of free states?
Halverwege de negentiende eeuw waren veel gebieden op het Amerikaanse continent nog geen onderdeel van Verenigde Staten. Zo ook de huidige staten Kansas en Nebraska, die toentertijd nog werden bewoond door de Amerikaanse inheemse bevolking.
De Democratische Senatoren Stephen Douglas en Andrew Butler wilden de gebieden in Kansas en Nebraska bij de Union hebben. Op die manier konden Amerikaanse boeren de uitgestrekte vlaktes gebruiken voor landbouw. Middels de Kansas-Nebraska Act hoopten zij dit te bereiken.
Na de introductie van het wetsvoorstel op 4 januari 1854, ontstond er verdeeldheid over de aanwezigheid van slavernij in deze gebieden. Mochten lokale boeren slaven gebruiken op hun landgoed of zouden Kansas en Nebraska free states worden – waar slavernij was afgeschaft? Douglas en Butler, voorstanders van slavernij, lieten dit in hun wetsvoorstel over aan de lokale bevolking.
Ondanks de grote weerstand voor dat onderdeel van de wet, stemde een meerderheid van de Senaat voor het voorstel, op 30 mei 1854. Wat volgden, waren jaren van gewelddadige opstanden in Kansas en Nebraska tussen voor- en tegenstanders van slavernij: de Bleeding Kansas-crisis.
Crime against Kansas
Republikein Charles Sumner, fel tegenstander van slavernij, zag deze crisis als een goede aanleiding om nogmaals aandacht te vragen voor de wet. Op 19 en 20 mei 1856 gaf hij zijn befaamde Crime against Kansas-toespraak, waarin hij niet terugdeinsde voor ferm taalgebruik.
‘Het is de verkrachting van een maagdelijk gebied,’ zei Sumner over het toestaan van slavernij in Kansas en Nebraska.
Over Butler, architect van de wet en op dat moment niet aanwezig in de Senaatszaal, was Sumner ook niet mals. Zo beledigde hij Butlers maîtresse. Ook maakte hij Butler belachelijk vanwege zijn spraakgebrek als gevolg van een beroerte: ‘Hij kan zijn mond niet openen zonder een flater te slaan’ (‘He cannot open his mouth, but out there flies a blunder’).
Meld je hier gratis aan voor de Amerika Update, de wekelijkse nieuwsbrief met de laatste ontwikkelingen over de Verenigde Staten. Elke vrijdag in je mailbox.
Polarisering in aanloop naar de burgeroorlog
Preston Brooks, lid van het Huis van Afgevaardigden uit South Carolina en tevens neef van Sumner, pikte deze uitspraken niet. Bewapend met een wandelstok liep Brooks op 22 mei de Senaatszaal binnen terwijl het merendeel van de Senatoren zich naar de uitgang begaf. Sumner, nog druk werkende aan zijn bureau, had geen flauw benul van wat hem te wachten stond.
Toen de zaal zo goed als leeg was, begon Brooks met zijn wandelstok op Sumner in te slaan. Het geweld bleef een minuut lang doorgaan, waarna Brooks koelbloedig wegliep en de hevig bloedende Sumner achterliet bij de inmiddels toegestroomde Senatoren.
Illustratief voor de verschillen tussen Noord en Zuid waren de reacties op het incident. De abolitionisten in Noorden keurden de gewelddadige actie van Brooks ten zeerste af, terwijl het op slavernij gerichte Zuiden het met gejuich ontving. De vechtpartij in het Congres leidde tot een verdere polarisatie in aanloop naar een grootschalig conflict dat bekend kwam te staan als de Amerikaanse Burgeroorlog.
Sumners toespraak leverde hem overigens uiteindelijk meer op dan alleen lichamelijk letsel. Kansas werd vlak voor het uitbreken van de burgeroorlog toegelaten tot de Verenigde Staten als free state.