‘Het is absurd om te denken dat Nederland in crisis is’

De Noordwest-Europese, vreedzame, op fietsen gebaseerde samenleving had een enorme aantrekkingskracht op Thompson - foto: Jace Grandinetti

Mark Thompson (44) is universitair docent aan de Rijksuniversiteit Groningen, waar hij verbonden is aan het American Studies programma. Elsevier Weekblad sprak met hem over zijn fascinatie voor koloniale geschiedenis, de polarisatie in de Amerikaanse politiek en zijn kijk op Nederland.

In 2010 verruilde Thompson Baton Rouge voor Groningen. ‘Het is moeilijk te geloven dat het al zeven jaar geleden is’, zegt hij lachend in zijn kantoor in het Harmoniegebouw van de Rijksuniversiteit Groningen.  ‘Hoewel ik steeds beter weet hoe alles hier werkt, voelt het nog altijd alsof ik net begonnen ben.’

Voor zijn komst naar Nederland behaalde Thompson zijn PhD in vroege Amerikaanse geschiedenis aan de Johns Hopkins University en doceerde hij aan de Louisiana State University. Na voltooiing van zijn boek The Contest for the Delaware Valley besloot Thompson samen met zijn gezin naar Nederland te verhuizen. Voor onderzoek aan zijn boek kwam Thompson naar Den Haag en Zweden. ‘Na die reis voelde ik dat ik in Europa wilde wonen. Het was mijn European Dream.’

Mark Thompson is universitair docent aan de Rijksuniversiteit Groningen, waar hij verbonden is aan het American Studies programma. Hij is onder meer auteur van

The Contest for the Delaware Valley uit 2013.

Eén van zijn belangrijkste redenen om voor Nederland te kiezen is opmerkelijk voor een Amerikaan: Thompson is gek op fietsen. ‘In Louisiana reed ik elke dag op mijn fiets naar mijn werk. Maar ik ben de tel kwijt geraakt hoe vaak mensen hebben geprobeerd mij aan te rijden en hoe vaak ik ben uitgescholden, achterna gezeten en bedreigd.’ Thompson, die met zijn heldere blauwe ogen en korte kapsel wel iets wegheeft van de Texaanse wielrenner Lance Armstrong in zijn betere dagen, was blij verrast hier ‘duizenden mensen’ op de fiets te zien. ‘De Noordwest-Europese, vreedzame, op fietsen gebaseerde samenleving had een enorme aantrekkingskracht op mij.’

Waar gaat uw huidige onderzoek over?

‘Ik doe nog steeds onderzoek naar de Delaware Vallei in zeventiende-eeuw, als een soort verlenging van mijn eerste boek. Maar het grote project waar ik mij nu mee bezig hou is het in kaart brengen van de culturele geschiedenis van landmeters in koloniaal Amerika. In ben geïnteresseerd in hoe deze mannen als een soort tussenpersoon fungeerden tussen de kolonisten en de koloniale overheden. Uiteindelijk hielpen ze zo het Amerikaanse uitgestrekte Indianengrondgebied te transformeren naar overheids- en particulierbezit. Het is interessant te zien hoe hun rol door de tijd heen verandert en hoe hun invloed op verschillende vlakken zichtbaar wordt.’

Waar komt uw fascinatie met geschiedenis eigenlijk vandaan?

‘Die interesse was er al toen ik klein was. Als tiener was raakte ik bijvoorbeeld gefascineerd door de Amerikaanse Revolutie en Thomas Jefferson, de auteur van de Onafhankelijkheidsverklaring en de  derde president van de Verenigde Staten. Op dat moment zag ik Jefferson als een soort allround politicus-wetenschapper-uitvinder, in wiens voetsporen ik wel zou willen treden. Dat veranderede toen ik ouder werd. Hoe meer ik over hem te weten kwam, des te minder ik hem mocht. Als je Jeffersons leven zorgvuldig bestudeert, zie je dat zijn slechte kanten – zijn opvattingen over ras en slavernij bijvoorbeeld – niet los staan van de rest van zijn karakter. Er is niet een goede Jefferson en een slechte Jefferson. Zijn duistere kant zit verwerkt in zijn hele persoonlijkheid.’

Een groot deel van uw onderzoek gaat over de koloniale periode. Waarom deze specialisatie?

‘Dat komt deels door mijn familieachtergrond. Ik ben geboren in Philadelphia, maar opgegroeid in New Orleans. Toch bleef ik altijd het gevoel houden dat ik een zekere connectie had met Philadelphia. Het is de stad waar de Onafhankelijkheidsverklaring werd getekend, waar de Constitutie werd opgesteld, waar het eerste Capitool van de Verenigde Staten stond, waar de meeste immigranten naar toe kwamen, etc.

‘Toen ik begon met mijn PhD wilde ik onderzoek doen naar de verscheidene etnische groepen in Koloniaal Philadelphia. Maar al snel werd ik steeds dieper de geschiedenis ingetrokken – volgens mij een natuurlijke neiging van studenten. Hoe verder de geschiedenis, hoe interessanter ik het vond. Het achttiende-eeuwse Amerika is namelijk relatief makkelijk te begrijpen. De koloniën zijn gevormd, er zijn steden en de politieke situatie is min of meer stabiel. Het is meer een verhaal van groei en expansie. Maar de zeventiende-eeuw daarentegen is chaos! De koloniën moeten nog worden gevormd en velen daarvan hebben het zwaar of falen zelfs. Er zijn conflicten met indianen, er zitten Britten, Nederlanders, Fransen, Zweden, noem maar op. Bovendien ligt het in die tijd nog allesbehalve vast in welke richting de Amerikaanse regio zich zal ontwikkelen. Alles ligt nog open en er zijn nog zoveel mogelijkheden.’

Zijn de verschillen tussen Noord en Zuid ook te herleiden naar deze chaotische tijd?

‘Ja dat kan zeker. En toch: neemt dat niet weg dat de verschillen tussen Noord en Zuid makkelijk zijn te overdrijven. Hoe verder je teruggaat in de tijd, hoe minder verschil er is. Een belangrijk factor is de rol die slavernij per gebied speelde. Niet veel mensen beseffen dat slavernij in eerste instantie voorkwam in vrijwel elke Noord-Amerikaanse kolonie; in New England, in Canada, in Pennsylvania, in South Carolina, in Jamaica, overal. Er was dus meer sprake van een spectrum, waarbij er plekken waren waar slavernij een centrale rol in het dagelijks leven speelde en plaatsen waar slavernij meer een randzaak was. Je ziet na verloop van tijd dat slavernij in specifieke regio’s ingebed raakt – en daardoor nog groter wordt – en op andere plaatsen juist uit zwang raakt. Je kan hier ook al de wortels zien van het algemene Amerikaanse patroon van racisme dat kenmerkend is voor het land.’

Bent u het eens met mensen die beweren dan Noord en Zuid tegenwoordig in feite twee verschillende landen zijn?

‘Nee totaal niet. Alles waar mensen naar wijzen als een soort onderscheidend kenmerk van het Zuiden, vind je ook op veel plaatsen in het Noorden. Zelfs in het hart van het noordoosten. Zoek naar evangelische christenen, racisme, ‘liefde’ voor wapens, American football, wat je ook als typisch Zuidelijk ziet, je vindt het ook ergens anders in Amerika. Kijk naar de 51 Senatoren die voor de recente belastingwijziging hebben gestemd. Het is het hele land. En dat geldt ook voor mensen die zichzelf zien als respectabele, verlichte mensen die zich aan die wetgeving hebben verbonden. Natuurlijk is het Zuiden ánders, maar het is tegelijkertijd heel Amerikaans. Een andere manier om het te zeggen, de rest van Amerika is niet veel beter.’

En wat vindt u van mensen die waarschuwen voor een soort van nieuwe burgeroorlog?

‘Het zal zeker geen herhaling worden van de strijd tussen Noord en Zuid. Er zijn bovendien geen redenen voor een militair conflict van die proporties. Ik zie wel dat geweld steeds meer onderdeel wordt van de huidige politieke cultuur. De manier hoe mensen nu betrokken raken bij politiek lijkt geweld te motiveren. Ik vind dat een zeer zorgelijke ontwikkeling en zie dat niet gauw veranderen. De Verenigde Staten zijn op het moment een van de meest bewapende samenlevingen die er ooit zijn geweest. Er is dus genoeg capaciteit om geweld te laten voorkomen.

‘Dit alles in een onstabiel politiek klimaat waarin diverse politieke kopstukken in feite geweld aanmoedigen, of stilzwijgend steunen. Bovendien wordt het hele democratische proces ondermijnd door dit soort retorische oorlogsvoering. Mensen verliezen zo het vertrouwen in de kracht van politiek om dingen op te lossen. En als de politiek het niet kan doen, hoe kun je dan verandering teweegbrengen? Iedereen vertelt je dat de politiek corrupt en waardeloos is. Dus welke opties zijn er nog dan? Voor een bepaalde groep mensen leidt dit tot activisme, voor anderen leidt dit tot drastischere en radicalere vormen van protest.’

Hoe kijkt u als Amerikaan tegen Nederland aan?

‘Wat opvallend is aan plekken als Nederland en Duitsland is dat er welvaart heerst en dat er toch steeds geluiden van crisis zijn. “Nederland wordt bedreigd, Duitsland wordt bedreigd, Denemarken wordt bedreigd.” Het is niet alsof je in deze landen over straat loopt en je ineens bedreigd voelt.

‘Vanuit mijn Amerikaanse oogpunt is het eigenlijk een beetje absurd om te denken dat  een vredig en welvarend land als dit in crisis is. Terwijl Nederland het op zoveel vlakken zo goed doet. Daarnaast vind ik het opvallend dat Nederlandse burgers zo gemakkelijk doen over het overhevelen van belangrijke beslissingen aan partijleiders, in plaats van dat ze zelf activistische politiek voeren. Veel mensen lijken te denken “Rutte doet het prima. De economie doet het prima, laten we maar niet te veel aanpassen.” Ik geloof wel dat dat aan het veranderen is. In de kleinere, nieuwe partijen wordt betrokkenheid ‘aan de onderkant’ sterk gemotiveerd.’

Tot slot, bent u positief of negatief over de toekomst van de Verenigde Staten?

‘In de nabije toekomst vrees ik voor meer politieke onrust. Hoewel de impact hiervan misschien wel kan worden overdreven. De dingen die in Washington gebeuren, zijn ver verwijderd van de levens van gewone mensen. Als grotere trend zie ik toch echt meer crisis, meer onzekerheid en meer angst in Amerika. Het kan zeker nog een tiental jaar duren voordat alles weer een beetje tot rust komt. En het is lastig om zo ver in de toekomst voorspellingen te doen.

‘Wél denk ik dat de ogen van veel mensen zijn geopend. De reden voor alle onrust is ontevredenheid met de status-quo. Mensen beseffen – aan  welke kant van het politieke spectrum ze ook staan – dat ze íets moeten doen. Ze hoeven niet zomaar te accepteren want hun lokale vertegenwoordigers in hun naam besluiten. De positieve kant is dat veel mensen die in het verleden passieve waarnemers waren, zich nu geëngageerd beginnen te voelen. Mits dit leidt tot een gezonde discussie leidt, krijgen we daar een betrokken samenleving voor terug. Maar voordat we daar zijn, is er nog veel werk voor de boeg. Ik moet zeggen dat ik nog steeds van Amerika hou, maar het doet op dit moment wel veel pijn.’

Wilt u wekelijks het laatste nieuws over Amerika ontvangen? Meld u dan aan voor onze nieuwsbrief van American Dreamers!