Gedwongen consensus? De relaties tussen Nederlandse kolonisten en de Indianen in Noord-Amerika tussen 1674 en 1783

New Netherland - foto: wikimedia

Op 10 november 1674 kwam de toenmalige Nederlandse kolonie Nieuw Nederland in de handen van Engeland als gevolg van de ondertekening van de Vrede van Westminster.

Iris Plessius – Radboud Universiteit, Nijmegen

Het verdwijnen van Nieuw Nederland van de kaart betekende overigens niet dat de Nederlandse aanwezigheid in de Amerikaanse koloniale maatschappij voorbij was. Hoewel een gedeelte van de kolonisten besloot terug te keren naar de Republiek erkende het merendeel de nieuwe politieke macht en wist hun etnische identiteit te behouden. Ze verplaatsten zich van het centrum van hun toenmalige kolonie naar de marges om uiteindelijk door te trekken naar totaal ontgonnen gebied genaamd de Old Northwest. Hoe meer men naar het westen trok des te vaker men in contact kwam met de oorspronkelijke bewoners, de Indianen. Door de jaren heen ontwikkelde de Nederlandse kolonisten verschillende relaties met de Indianen, onder andere op het gebied van handel, religie en politiek.

Tot op heden is de Nederlandse invloed op de Amerikaanse koloniale maatschappij tussen 1674 en 1783 onderbelicht gebleven. De aandacht gaat in historisch onderzoek meestal uit naar Nieuw Nederland (1624-1674) of naar de verschillende Nederlandse migratiegolven uit de late 18de en vroege 19de eeuw. De 110 jaar tussen deze historische episodes in heeft tot op de dag van vandaag op weinig aandacht kunnen rekenen. Dit is opmerkelijk aangezien de Nederlandse kolonisten in die tijd juist actief deelnamen aan de Amerikaanse koloniale maatschappij, in het bijzonder in relatie met de oorspronkelijke bewoners) en verantwoordelijk waren voor de cultivatie van de Old Northwest, een gebied waar uiteindelijk veel van die latere Nederlandse migranten terecht kwamen. Wat er precies is voorgevallen in deze 110 jaar moet verder worden onderzocht aangezien deze informatie cruciaal is om de Nederlands-Amerikaanse betrekkingen beter te begrijpen. In mijn promotieonderzoek richt ik mij daarom ook op de relaties tussen de Nederlandse kolonisten en de Indianen in de periode van 1674 tot en met 1783 om op die manier inzicht te krijgen in de positie van de Nederlanders binnen de Amerikaanse koloniale maatschappij in de late 17e en vroege 18e eeuw.

English

Imposed Consensus? An Examination of the Relations between Dutch Settlers and Native Americans in North America between 1674 and 1783

When the peace of Westminster was signed on November 10, 1674, the Dutch colony formerly known as New Netherland came into the hands of the British after a ten-year struggle. The moment the colony was taken over by the British, the Dutch as a cultural entity actually did not disappear. While some of the colonists decided to return to the Dutch Republic, most of them recognized the new political order, and by doing so were able to maintain their distinctive ethnic identity. At first, they lingered in the vicinity of their former colony, but as their numbers continued to grow they became part of the movement to the west. Moving closer to the frontier, west of the Appalachian Mountains the Dutch repeatedly came in contact with the Native Americans. Over the years, the Dutch developed different types of relationships with the Natives, starting in the field of business, later that of religion, and eventually in the field of politics.

Most of the historical scholarship concerning the Dutch-American relationship has either focused on New Netherland or on the Dutch migration waves during the late eighteenth and early nineteenth centuries, while the period from 1674 till 1783 has largely been neglected. This is somewhat peculiar. When the British took over New Netherland, Dutch colonists were only to be found within the borders of their former colony. Between 1674 and 1783, however, there was a move of Dutch colonists to the Old Northwest, which they settled and prepared for newly arriving settlers. What specifically happened in these intervening one hundred and ten years is yet to be researched, but is vital for our understanding of the Dutch-American relationship in the late 18th and early 19th centuries. The objective of my PhD project, then, is to examine and assess the various relationships that existed between the Dutch and the Native Americans (mostly belonging to the Iroquois and Algonquian Nations) from 1674 until 1783 in order to illuminate the role and the position of the Dutch within the colonial society of the United States during the formative years of the 17th and 18th centuries.

Examining the relationship between the Dutch and the Native Americans requires extensive archival research. Preliminary research trips have yielded an abundance of useful and so far, unstudied material indispensable for reconstructing the Dutch side of the story. When it comes to the Native American perspective, the sources are evidently less abundant. In order to uncover Native sources, I have been granted a Fulbright scholarship and I will start working at the American Indian and Indigenous Studies program at Cornell University on January 14, 2018.