Abortuszaak zal laten zien of Trump Hooggerechtshof heeft veranderd

US - COURT - TRIAL - JURIES

Binnenkort zal het Amerikaanse Hooggerechtshof zich opnieuw moeten uitspreken over de gevoelige abortus-kwestie. Dat is voor de eerste keer tijdens het presidentschap van Trump, die twee conservatieve opperrechters heeft benoemd.

Begin juni 1969 kwam Nora McConvey uit Texas erachter dat zij zwanger was. Deze wetenschap vervulde haar allerminst met grote vreugde. Ze had geen man en al twee kinderen, dus wilde ze een abortus. Maar de Texaanse wetgeving stond dat alleen toe als er sprake was geweest van een verkrachting of van incest, of bij een poging om het leven van de moeder te redden.

Haar vriendinnen adviseerden haar om verkrachting voor te wenden. Maar die vlieger ging niet op, want daarvoor was een politierapport nodig. McConvey probeerde toen een illegale abortus te laten plegen, tevergeefs. Uiteindelijk vond zij twee juist afgestudeerde juristen bereid om namens haar een proces aan te spannen.

Recht op privacy geschonden

McConvey nam de schuilnaam Jane Roe aan. De rechtbank stelde haar in het gelijk en oordeelde dat de staat Texas Roe’s recht op privacy had geschonden dat voortvloeit uit het negende amendement. Roe had het recht op een veilige ingreep, ook als haar leven niet in gevaar was.

Texas ging in beroep bij het Hooggerechtshof. Opperrechter Harry Blackmun werd met het redigeren van het arrest belast. Voor zijn versie kreeg hij zes van de negen opperrechters mee. Ook in hun visie had de staat Texas Roe’s recht op privacy, dat in de Grondwet is verankerd, geschonden.

In januari 1973 wees het Amerikaanse Hooggerechtshof een van de belangrijkste arresten uit zijn geschiedenis. Met de uitspraak in Roe vs Wade maakte het Hof abortus overal in de Verenigde Staten mogelijk – zij het onder zekere voorwaarden.

Binnenkort zal het Hooggerechtshof zich opnieuw over deze materie moeten uitspreken. Dat is voor het eerst tijdens het presidentschap van Donald Trump, die inmiddels twee conservatieve rechters in het hof heeft kunnen benoemen.

Hernieuwde strijd tussen ‘pro life’ en ‘pro choice’

Vanaf het begin van de ambtstermijn van president Donald Trump in januari 2017 hadden de Republikeinen gedurende twee jaar de overhand in beide Kamers van het Congres. Dat leidde tot de benoeming van twee conservatieve opperrechters. In dit klimaat konden nieuwe pogingen om abortus in te perken goed gedijen. Zo namen de deelstaatparlementen van Alabama en Kansas wetgeving aan die abortus daar vrijwel onmogelijk maakte. De hernieuwde strijd tussen de aanhangers van ‘pro life’ en ‘pro choice’ zal hoogstwaarschijnlijk binnen afzienbare tijd bij het Hof in Washington belanden. Dat zal dan moeten beslissen of Roe vs Wade, al dan niet aangescherpt, stand kan houden.

De opperrechters wordt gevraagd zich uit te spreken over een in 2014 in de staat Louisiana ingevoerde wet, die bepaalt dat een kliniek de ingreep alleen mag uitvoeren als er binnen een straal van 30 mijl (ruwweg 50 kilometer) een ziekenhuis staat waartoe zij die haar plegen toegang hebben. De voorvechters van abortus beweren dat deze voorwaarde de veiligheid van de vrouw niet verhoogt en twee van de drie klinieken in de staat zou dwingen de poorten te sluiten omdat die te ver van een ziekenhuis liggen. Louisiana vecht deze zienswijze aan.

Het gaat bij deze zaak niet om de vraag of er een totaalverbod op het plegen van abortus moet komen. De uitspraak zal aantonen of het Hooggerechtshof sinds Roe vs Wade aanzienlijk strenger is geworden.