Kan het komende tv-debat tussen Joe Biden en Donald Trump, die leidt in de peilingen, het gemoed van de kiezer doen omslaan? Nee, schrijft Victor Pak. President Bidens grootste probleem bij de Amerikaanse verkiezingen is niet zomaar op te lossen.
Terwijl een vrouw uit het publiek vroeg in hoeverre de staatsschuld impact had op het persoonlijke leven van de presidentskandidaten, keek George H.W. Bush even op zijn horloge. Democraat Bill Clinton omarmde de zorgen van de kiezer, Bush vroeg zich af hoe laat het was.
Dit beeldbepalende moment uit een tv-debat in 1992 kwam symbool te staan voor het einde van het presidentschap van Bush, dat werd gekenmerkt door een economische recessie en hoge inflatie. Toch is het maar de vraag of de desinteresse van Bush senior het verschil maakte tijdens de verkiezingen dat jaar.
Kiezer kiest vroeg bij Amerikaanse verkiezingen
Na het allereerste tv-debat, in 1960 tussen John F. Kennedy en Richard Nixon, wezen de radioluisteraars Nixon als winnaar aan. Maar de tv-kijkers kozen Kennedy – en die laatste won de verkiezingen. Sindsdien leeft het idee dat de debatten presidentsverkiezingen kunnen bepalen. Maar de precieze impact van tv-debatten laat zich lastig meten.
Uiteraard, er kijken veel Amerikanen. Een recordaantal – 84 miljoen – zag het eerste debat tussen Hillary Clinton en Donald Trump in 2016, en 73 miljoen bekeken het eerste debat tussen Trump en Joe Biden in 2020. Maar de meeste kiezers hadden op dat moment al bepaald op wie zij zouden stemmen. Volgens onderzoek van de Harvard Business School weet 72 procent dit al ruim twee maanden voor de stembusgang.
It’s the economy, stupid
Toch kijken de Democraten uit naar de tv-debatten, die dit jaar veel eerder zijn dan gebruikelijk. Op 27 juni – ruim vier maanden voor de verkiezingen – is de eerste ontmoeting tussen Biden en Trump, op 10 september de tweede. Maar die debatten zullen Bidens grootste probleem niet oplossen. Net als onder president Bush senior zijn kiezers ontevreden vanwege inflatie.
Amerikaanse verkiezingen gaan over inflatie
Zelfs onder Democraten wordt de stemming hierover negatiever. Slechts 37 procent van de Democraten zei vorige maand dat het economisch goed gaat, begin dit jaar was dat nog 44 procent. Ook partijloze (van 28 naar 23 procent) en Republikeinse kiezers (van 13 naar 10 procent) worden negatiever.
Zo heeft Biden nog een hoop werk te verrichten om de kiezer te overtuigen. Een tv-debat kan daarin een nuttige rol spelen, maar met zulke zwakke rapportcijfers zijn vier maanden wel héél krap.