Met Joe Biden verlaat de laatste trans-Atlantisch georiënteerde president het Witte Huis, schrijft Victor Pak.
Het Maas-Argonneoffensief in de Eerste Wereldoorlog, de landing op de stranden van Normandië in de Tweede Wereldoorlog, de luchtbrug naar West-Berlijn tijdens de Koude Oorlog, de Dayton-akkoorden waarmee in 1995 een einde kwam aan de Bosnische Burgeroorlog. In de twintigste eeuw staken de Verenigde Staten veelvuldig een hand uit naar Europa om de vrede, veiligheid en democratie te bewaren op het oude continent.
Inmiddels is dat vredesdividend zo goed als verbruikt. Wanneer Joe Biden in januari het Witte Huis verlaat, zal hij voorlopig de laatste trans-Atlantische president zijn geweest – wie op 5 november de verkiezingen ook wint.
Trump had moeizame relatie met Europa
De 81-jarige Biden werd geboren terwijl nazi-Duitsland Europa bezette, en groeide op tijdens het begin van de Koude Oorlog. Het trans-Atlantische denken zit bij Biden ingebakken. Als Senator leidde hij jarenlang de buitenlandcommissie in het Congres en bezocht hij talloze Europese landen. Biden was doordrongen van het belang van een sterke band tussen Europa en de Verenigde Staten.
Dat valt niet te zeggen van presidentskandidaat Donald Trump. De Republikein stelde al geregeld het belang van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) ter discussie. Zijn eerste presidentstermijn (2017-2021) bracht een schokgolf teweeg in Europa, maar na zijn verlies bij de presidentsverkiezingen in november 2020 verdwenen de zorgen snel.
Pas de Russische oorlog in Oekraïne bewoog Nederland en andere bondgenoten tot meer defensie-investeringen en het halen van de NAVO-norm. Maar of het genoeg is om Trump in een tweede termijn ervan te weerhouden de NAVO op te blazen, zal een kwestie van afwachten zijn.
Bovendien was ook de Amerikaans-Europese handelsrelatie moeizaam onder het presidentschap van Trump. De Verenigde Staten legden importtarieven op voor staal, aluminium en zelfs Franse kazen. Trump belooft nu dat hij na winst op 5 november een algeheel importtarief in zal stellen van 10 procent. Volgens ABN AMRO zal daardoor de economie in de Eurozone begin 2026 met 1,7 procent zijn gekrompen.
Harris zal meer naar China kijken
In dit licht is het begrijpelijk dat in Europese hoofdsteden wordt geduimd voor een verkiezingswinst van Harris. Maar het is een misvatting dat deze Democraat de lijn van de good old days onder Biden zal doorzetten. En zo goed als vanouds waren die dagen eigenlijk niet meer voor Europa.
Met zijn Inflation Reduction Act (IRA) omarmde Biden protectionisme à la Donald Trump. Subsidies en gunstige regelingen moesten bedrijven ertoe aanzetten om in de Verenigde Staten te investeren in plaats van in Europa. Harris gaf als vicepresident in de Senaat de doorslaggevende stem voor het aannemen van de IRA. Haar economische beleid zal niet minder protectionistisch zijn.
Biden kon zich, net als zijn voorganger Trump, niet onttrekken aan de geopolitieke strijd met het opkomende China. Harris zal dat al helemaal niet kunnen. In haar toespraak op de Democratische Nationale Conventie zei ze dan ook die strijd te willen winnen.
Macht verschuift naar Stille Oceaan
Ook Harris ziet het geopolitieke machtscentrum verschuiven van de Atlantische naar de Stille Oceaan. Als tegenhanger van de NAVO in die laatste oceaan, begon Biden samen met Australië en het Verenigd Koninkrijk het bondgenootschap AUKUS. Harris, als Californische geboren aan diezelfde Stille Oceaan, zal als president die verschuiving verder vormgeven.
In haar conventie-toespraak noemde Harris Europa niet, de NAVO slechts twee keer. Zij maakte goede sier bij Europeanen met haar belofte de steun aan Oekraïne voort te zetten, maar veel meer handreikingen moet Europa misschien niet verwachten.
Europa kan dan wel duimen voor Harris, maar het kan er niet aan ontkomen dat zij net als Trump geen trans-Atlantisch georiënteerde president zal zijn – zoals die er ruim een eeuw lang wel waren.