Wist Donald Trump het even niet meer in het debat tegen Kamala Harris, dan begon hij over immigratie. Logisch, het onderwerp domineert samen met de economie de Amerikaanse verkiezingen. Maar de kans is klein dat de hervormingen van Trump óf Harris gaan slagen, schrijft Victor Pak.
Geen thema speelt al zo lang zo’n grote rol bij de Amerikaanse verkiezingen als immigratie. Sinds 1965 hebben de Verenigde Staten maar liefst 72 miljoen migranten opgenomen. Bij vrijwel elke verkiezing is het weer een centraal onderwerp. Ook deze keer.
Onder president Joe Biden is het aantal mensen dat illegaal de grens met Mexico overstak tot recordhoogte gestegen. Per jaar werden meer dan 2 miljoen migranten aangehouden.
Biden wilde een verregaande hervorming
Dat recordaantal ontstond zowel door beleid als door pech. Biden schrapte een maatregel van voorganger Trump. Met een beroep op het beschermen van de volksgezondheid had Trump de grens tijdens corona gesloten. Die maatregel vonden de Democraten niet meer gepast toen de pandemie luwde.
Daarnaast kwamen de afgelopen jaren veel Venezolanen naar de Verenigde Staten. Hun land wordt gesloopt door de radicaal-linkse dictator Nicolás Maduro. Uit cijfers bleek dat in 2023 ruim 6 miljoen mensen Venezuela ontvluchtten. Ruim een half miljoen van hen ging naar de Verenigde Staten.
Vandaar dat Biden de migratiepolitiek verregaand wilde hervormen. Maar net als bij veel voorgangers strandde die poging in het Congres (Senaat en Huis van Afgevaardigden). De laatste president die het Amerikaanse migratiebeleid substantieel wist te hervormen was Ronald Reagan in 1986.
Vele presidentiële hervormingspogingen
In ruil voor legalisering van 3 miljoen immigranten kwamen er destijds strenge grenscontroles en sancties voor bedrijven die illegale immigranten inhuurden. Maar die sancties verdwenen na enige tijd. Tien jaar later drukte Bill Clinton zijn stempel op het migratiebeleid door het uitzetten van illegalen te vergemakkelijken. Maar dat was een kleinere hervorming dan die van Reagan.
Onder zowel George W. Bush – die net als Reagan illegalen een wettelijke status wilde geven in ruil voor een strenger toelatingsbeleid – als Barack Obama werd gepoogd de migratiewetten te hervormen. Maar altijd lag het Congres dwars. De ene keer was er goedkeuring in het Huis van Afgevaardigden maar niet in de Senaat, de andere keer was het andersom. Obama noemde deze mislukking een van de grootste teleurstellingen van zijn presidentschap.
Joe Biden overkwam begin dit jaar hetzelfde. Een beleidshervorming die steun kreeg van de vakbond voor grensagenten, sneuvelde in het Congres.
Het Congres zal ook de nieuwe president dwarszitten
De Democratische presidentskandidaat Kamala Harris omarmt Bidens wetsvoorstel en wil het als president ondertekenen. Maar hoe zij de wet door het Congres wil loodsen is onduidelijk. Na de verkiezingen van 5 november zijn de marges daar vermoedelijk even krap als nu.
Ook de drastische plannen van haar Republikeinse tegenstrever Trump lijken niet erg haalbaar. Hij wil de naar schatting 10 miljoen illegale immigranten deporteren. Zelfs het leger moet daarbij helpen. Een radicaal voorstel, waarvan de juridische houdbaarheid en de uitvoerbaarheid zeer twijfelachtig zijn.
Kortom, de kans is klein dat Harris of Trump kan slagen waar Biden, Obama en Bush faalden. De verhoudingen in het Congres zullen de toekomstige president net zo dwarszitten als zijn of haar voorgangers.