De nieuwe coalitie wil de belastingen op een fiks aantal punten veranderen. Doel is de belasting op arbeid te verlagen, waardoor werken meer loont.
Daar staat tegenover dat aftrekposten beperkt worden en ook bijvoorbeeld het lage btw-tarief wordt verhoogd. Per saldo zou er komende kabinetsperiode 5 miljard euro beschikbaar zijn voor belastingverlaging voor burgers.
NIEUW!
Meld u hier gratis aan voor de Elsevier Weekblad Belasting Update, de wekelijkse nieuwsbrief met het laatste fiscale nieuws, analyses, achtergronden en commentaren. Elke vrijdag in uw postvak.
Hieronder staan de belangrijkste fiscale maatregelen op een rij.
Tarieven
- In 2019 van vier naar twee tarieven in de inkomstenbelasting: een basistarief van 36,93 procent over het inkomen tot circa 68.600 euro bruto, een toptarief van 49,5 procent over het inkomen daarboven. Voor AOW-ers blijven er drie schijven bestaan doordat zij geen AOW-premie betalen.
- Tijdens de kabinetsperiode blijft de grens voor toepassing van het toptarief op 68.600 euro staan.
- Verlagen winstbelasting voor grote bedrijven vanaf 2019. In 2019 dalen de tarieven met 1 procent, in 2020 en 2021 nogmaals met 1,5 procent. De vennootschapsbelasting (vpb) over de eerste 200.000 euro winst daalt van 20 in 2017 naar 16 procent in 2021, het vpb-tarief over de winst daarboven gaat van 25 in 2017 naar 21 procent in 2021.
- De heffing in box 2 voor aanmerkelijkbelanghouders (ab-houders) gaat van 25 procent naar 27,3 procent in 2020 en 28,5 procent in 2021.
- Vanaf 2020 is het maximale aftrekpercentage gelijk aan de maximale eigenwoningaftrek. De maximale aftrek is dus 46 procent in 2020, voor 2021 wordt het 43 procent, in 2022 is de maximale aftrek 40 procent en voor 2023 komt het maximum op 37 procent.
Vrijwilligersvergoeding
- De onbelaste vrijwilligersvergoeding wordt verhoogd van 1.500 euro naar 1.700 euro per jaar. Het regeerakkoord zegt niets over een aanpassing van de maandgrens van 150 euro. De vergoeding zou dan toch belast zijn als de maandelijkse vergoeding meer is dan 150 euro maar in een kalenderjaar minder dan 1.700 euro wordt ontvangen.
Heffingskortingen
- De algemene heffingskorting, het fiscaal voordeel voor alle belastingplichtigen, blijft inkomensafhankelijk. Hoe meer iemand verdient, hoe kleiner het voordeel. De heffingskorting wordt verhoogd en komt 350 euro hoger uit in 20121.
- Er komt een derde opbouwpercentage voor de arbeidskorting en het maximum wordt 365 euro hoger. De afbouw boven een bepaald arbeidsinkomen gaat wel omhoog van 3,6 procent naar 6 procent.
- De overdraagbaarheid van de arbeidskorting wordt geleidelijk afgebouwd.
- De overdraagbaarheid van de inkomensafhankelijke combinatiekorting wordt geleidelijk afgebouwd. De combinatiekorting heeft geen minimum meer, maar het opbouwpercentage gaat van 6,159 procent naar 11,45 procent.
- Verhoging fiscaal voordeel voor gepensioneerden (ouderenkorting) met 160 euro. De ouderenkorting krijgt een geleidelijke inkomensafhankelijke afbouw van 15 procent.
Eigen woning
- Vanaf 2020 versneld afbouwen van de hypotheekrenteaftrek, met 3 procentpunt per jaar tot het nieuwe tarief in de eerste schijf.
- Verlagen eigenwoningforfait, de verplichte fiscale bijtelling voor huiseigenaren, van 0,75 procent van de WOZ-waarde vanaf 75.000 euro, tot 0,60 procent van de WOZ-waarde. De ‘villabelasting’ blijft in stand, het eigenwoningforfait voor woningen boven ruim 1 miljoen euro (op dit moment 7.950 euro plus 2,35 procent van de WOZ-waarde) wordt niet verlaagd.
- Geleidelijk afschaffen (over de komende dertig jaar) van de vrijstelling van het eigenwoningforfait (‘wet-Hillen’) voor huiseigenaren die geen of nog maar een kleine hypotheek hebben waarover zij rente aftrekken.
- De loan to value-ratio (LTV-ratio) voor de maximale hypotheek blijft 100 procent van de woning.
Vermogensbelasting
- Verhoging heffingvrij bedrag in de vermogensheffing in box 3 van 25.000 euro naar 30.000 euro per persoon.
- Er wordt voor het fictief rendement op spaargeld gekeken naar de rente van maximaal anderhalf jaar voor het belastingjaar.
MKB
- Er zijn geen specifieke belastingmaatregelen voor het Midden- en Kleinbedrijf (MKB) bekendgemaakt.
Btw-verhoging
- Het lage tarief in de BTW, dat geldt voor onder meer levensmiddelen en boeken, gaat omhoog van 6 naar 9 procent. Het ‘algemene’ btw-tarief blijft 21 procent.
Zzp’ers
- Het nieuwe kabinet neemt een aantal van de voorstellen ter vervanging van de Wet DBA over, zoals een minimum uurloon. Een overzicht kunt u lezen in het bericht Enige duidelijkheid over nieuwe zzp-plannen.
Toeslagen
- Verhoging kindgebonden budget (Kgb) voor ouders met een lager inkomen.
- Verhoging kinderopvangtoeslag.
- Het hogere heffingvrij vermogen voor box 3 betekent ook dat meer huishoudens recht krijgen op toeslagen.
- Er komt een meer geleidelijke afbouw van de huurtoeslag en de eigen bijdrage wordt gekoppeld aan de ontwikkeling van de huurprijs.
Zorg
- Het eigen risico blijft 385 euro.
- Er wordt nog niets gedaan aan de aftrek voor specifieke zorgkosten, aangezien er op dit moment nog alternatieven worden onderzocht. Deze ‘verkenning’ wordt in december van dit jaar verwacht.
Accijnzen
- Verhoging tabaksaccijns.
Dividendbelasting
- Het nieuwe kabinet wil de dividendbelasting schrappen om meer buitenlandse bedrijven naar Nederland te halen. Er wordt wel geheven in misbruiksituaties en bij uitkeren van dividend naar landen met een zeer laag belastingtarief.
Milieubelastingen
- Verhoging energiebelasting op gas, gekoppeld aan een beperkte verlaging van de energiebelasting op elektriciteit.
- Er wordt een kleiner bedrag aan energiebelasting teruggegeven aan de burger, de vermindering gaat van 308 euro naar 257 euro.
- Een kilometerheffing voor vrachtverkeer.
- Het (weer) invoeren van milieubelasting op vliegtickets.
- De afvalstoffenheffing stijgt.