Mensen moeten steeds langer werken, maar het lijkt er op dat het nieuwe kabinet dit juist niet wil stimuleren. Vanaf 2019 kunnen tweeverdieners duizenden euro’s aan heffingskortingen mislopen. Er wordt geen uitzondering gemaakt voor 55-plussers.
Als een van de partners een laag inkomen heeft, kan hij de heffingskortingen waar hij recht op heeft vaak niet (helemaal) verzilveren. Hij betaalt namelijk te weinig belasting. Daarom is het mogelijk om drie heffingskortingen toch (deels) te laten uitbetalen, als de partner genoeg belasting betaalt om de heffingskorting te kunnen verrekenen.
Officieel worden de kortingen uitbetaald aan de minstverdienende partner. Er wordt vaak gesproken over het ‘overdragen’ van de kortingen aan de meestverdienende partner, omdat uitbetaling alleen mogelijk is als de partner voldoende belasting betaalt.
Meld u hier gratis aan voor de Elsevier Weekblad Belasting Update, de wekelijkse nieuwsbrief met het laatste fiscale nieuws, analyses, achtergronden en commentaren. Elke vrijdag in uw digitale brievenbus.
Vanaf 2009 wordt de maximale overdracht elk jaar verder beperkt, maar alleen voor de algemene heffingskorting. Voor de andere twee kortingen, de arbeidskorting (AK) en de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK), geldt geen maximering. Dit gaat echter vanaf 2019 ingrijpend veranderen.
Overdraagbare heffingskortingen enorm verminderd
Volgens het Belastingplan 2018 gaat de maximering vanaf 1 januari 2019 ook voor de arbeidskorting en de IACK gelden. De maximaal overdraagbare korting wordt vastgesteld op hetzelfde percentage als voor de algemene heffingskorting geldt. Er is geen sprake van een langzame afbouw, maar een drastische vermindering.
Voor de algemene heffingskorting geldt dat iemand die vóór 1 januari 1963 is geboren nog steeds de volledige heffingskorting kan overdragen. Deze uitzondering gaat niet gelden voor de arbeidskorting en de IACK. Ook iemand van 56 of ouder kan dus nooit deze heffingskortingen volledig verzilveren via de meestverdienende partner.
Mogelijk duizenden euro’s nadeel
Voor 2018 is de AK maximaal 3.249 euro bij een arbeidsinkomen van ruim 20.000 euro. De IACK is maximaal 2.801 euro bij ongeveer 34.000 euro.
In 2019 kan nog maar maximaal 26,67 procent van de kortingen worden overgedragen. De overdraagbare arbeidskorting kan dus – rekenend met de bedragen van 2018 – in één keer dalen met 2.382 euro, en de IACK met 2.054 euro.
Na 2019 wordt de maximaal overdraagbare heffingskorting elk jaar 6 2/3 procent lager. Vanaf 2023 geldt alleen nog de uitzonderingssituatie: een minstverdienende partner geboren vóór 1963 kan maximaal de volledige algemene heffingskorting overdragen. Hij kan zijn arbeidskorting en/of IACK ook niet meer deels verzilveren via zijn partner.
Werkbonus
In 2018 verdwijnt ook al een maatregel die ouderen stimuleerde om te werken, de zogenoemde werkbonus. De werkbonus was bedoeld voor mensen tussen de 60 en 64 jaar oud, maar werd al vanaf 2015 afgesloten voor nieuwe gevallen. Voor 2017 kan de werkbonus nog worden geclaimd door 63-jarigen.