Rijkste 30% betaalt 82% van inkomstenbelasting

Het kabinet wil een vlaktaks invoeren, maar voor hogere inkomens blijft er een apart toptarief dat opvallend dicht bij het huidige toptarief ligt. Kortom: verandert er straks wel zo veel?

Meld u hier gratis aan voor de Elsevier Weekblad Belasting Update, de wekelijkse nieuwsbrief met het laatste fiscale nieuws, analyses, achtergronden en commentaren. Elke vrijdag in uw postvak.

Dit jaar betalen inkomens vanaf 68.508 euro 51,95 procent belasting. Daaronder lopen de tarieven in ons progressieve belastingstelsel geleidelijk op. Dat gaat deze kabinetsperiode veranderen: voor inkomens tot pakweg 68.600 euro komt er één tarief van ongeveer 37 procent.

Vlaktaks, met toptarief

Maar een echte vlaktaks bleek niet haalbaar, zo concludeerden de partijen aan de formatietafel, omdat hogere inkomens daar te veel voordeel van zouden hebben. Daarom komt er toch een toptarief, van zo’n 49,5 procent. Voor mensen die wat meer verdienen, verandert er goed beschouwd niet zo heel erg veel.

Dat ‘meer verdienen’ is overigens relatief. Waar het toptarief van 45 procent in Duitsland begint te lopen vanaf 260.000 euro, betaalt een Nederlander het toptarief al met een inkomen van minder dan twee keer modaal, 75.000 euro bruto in 2018.

Lagere aftrek

De komende jaren worden zij bovendien geconfronteerd met een verlaging van fiscale voordelen. Aftrekposten worden ingrijpend versoberd: de aftrek gaat omlaag naar het laagste tarief: voor werkenden de eerder genoemde 37 procent. Voor gepensioneerden is dat percentage lager.

Aan de verdeling van de lasten zal de komst van de vlaktaks vermoedelijk weinig veranderen. Het beeld hieronder, op basis van CBS-cijfers uit 2014, is nog steeds actueel. De 10 procent meest verdienende Nederlanders brengen 55 procent van de belastingen op inkomen en vermogen op.

De 30 procent meest verdienende Nederlanders, met een jaarinkomen vanaf circa 80.000 euro bruto, namen in 2014 samen 82 procent van deze belastingen voor hun rekening. Het is een belangrijk onderdeel van de herverdelingsmachine, waarbij inkomen van hogere naar lagere inkomens wordt overgeheveld. Die machine laat het kabinet grotendeels intact.