In het Regeerakkoord zijn drie maatregelen opgenomen die meer duidelijkheid moeten geven aan zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) en hun opdrachtgevers. Het blijkt echter lastig om deze voorstellen om te zetten in concrete plannen.
Meld u hier gratis aan voor de Elsevier Weekblad Belasting Update, de wekelijkse nieuwsbrief met het laatste fiscale nieuws, analyses, achtergronden en commentaren. Elke vrijdag in uw postvak.
Eerdere wetgeving, zoals de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (Wet DBA), was moeilijk uitvoerbaar, en zette mensen op het verkeerde been.
Het kabinet wil dit keer een goede balans vinden tussen de uitvoerbaarheid van de maatregelen en een effectieve bestrijding van zogenoemde schijnzelfstandigheid. Dit kost tijd, en het kabinet moet voor één van de maatregelen ook toestemming krijgen van de Europese Commissie (EC).
Minister Wouter Koolmees (SZW) en staatssecretaris Menno Snel (Financiën) informeren de Kamer over de stand van zaken, en te nemen vervolgstappen. Zij bespreken in hun gezamenlijke Kamerbrief ook het toezichtsplan van de Belastingdienst, dat vanaf 1 juli geldt.
Het uurtarief van de zzp’er is essentieel
Twee van de drie maatregelen voor zzp’ers zijn nauw met elkaar verbonden. Mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt komen verplicht in dienst bij de opdrachtgever (“arbeidsovereenkomst bij laag tarief”: maatregel 1). Maar zzp’ers aan de bovenkant van de arbeidsmarkt kunnen een dienstbetrekking uitsluiten, de zogenoemde opt-out (maatregel 2). Voor beide maatregelen is het uurtarief dat de opdrachtnemer/zzp’er in rekening brengt beslissend, en de berekening hiervan is ook grotendeels vergelijkbaar.
Laden…
Word abonnee en lees direct verder
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
Verder lezen?
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Er ging iets fout