We hebben een minister van belastingen nodig!

Menno Snel. Foto:ANP

Daar staan ze. Op de trappen aan de achterkant van paleis Noordeinde. Zestien ministers en de Koning. Mijn hoop dat één minister zich toch nog verdwaald aan de voorkant ophoudt, is ijdel. Wie ik heel erg mis? Een belastingminister.

Op het hoogste politieke bestuursniveau ontbreekt een belastingstuurman of –vrouw. Het actuele en grote belang van belastingen is daarmee weggemoffeld.

Drie smaken

Het kabinetsbeleid is als een politieke speelplaats in 24 terreinen verdeeld. Evenzoveel bewindspersonen zwaaien met een eigen politieke verantwoordelijkheid de scepter over ‘hun’ gebied.

 

Nieuw!

Meld u hier gratis aan voor de Elsevier Weekblad Belasting Update, de wekelijkse nieuwsbrief met het laatste fiscale nieuws, analyses en commentaren. Elke vrijdag in uw postvak.

Er lijkt sprake van gelijkwaardigheid. Schijnt bedriegt. De bemensing in drie smaken werkt in de praktijk uit als een rangorde.

Zo zijn er ministers met een eigen departement en begroting (met portefeuille), ministers zonder eigen departement en begroting (zonder portefeuille) en tot slot staatssecretarissen. Dat deze smaakverschillen cruciaal zijn, laat zich kinderlijk eenvoudig illustreren.

Geen spelbepaler

Hoewel de portefeuilleministers en de rugzakloze ministers op het klimrek van de wekelijkse ministerraad evenveel stemrecht hebben, zijn eerstgenoemde toch net iets serieuzere spelbepalers. Ook op het departement hebben zij meer macht om ambtenaren aan te sturen.

Het echte verschil doet zich echter voor met de staatssecretarissen. Zij bivakkeren als het ware in de zandbak naast het klimrek. De ministerraad is alleen toegankelijk als ‘hun’ onderwerp staat geagendeerd. Na afloop staan zij vanuit de Trêveszaal weer snel met de tenen in het zand.

Lees ook van Michiel Spanjers: Rutte spekt de Amerikaanse schatkist.

Een staatssecretaris valt bovendien formeel onder een minister. En dat zegt eigenlijk alles over hun departementale macht.

Belastingbaas als hulpje

Belastingen behoren dus niet tot de beleidsterreinen die aan de zestien ministers zijn toebedeeld. Het is een van de acht thema’s waarmee de staatssecretarissen zich mogen bezighouden. Op zichzelf is dat niet eens verrassend.

Tot aan 1953 deed de Minister van Financiën de fiscaliteit er nog zelf bij. Door de uitdijende verzorgingsstaat nam het belastingstelsel echter enorm in omvang toe. Vanaf toen kreeg de minister, oneerbiedig gezegd, een hulpje. En sindsdien is de belastingbaas van Nederland bijna onafgebroken een staatssecretaris geweest.

Wat mij desondanks onaangenaam verbaast, is het stoïcijns doorbanjeren op dit decennia geleden ingeslagen pad. Alsof er niet juist nu een goed moment is om de staatssecretaris te promoveren tot zelfstandig belastingminister.

Geschonden blazoen

Waarom een belastingminister nu zo hard nodig is? Ons belastingstelsel is dringend aan een hervorming toe. De voorzichtige aanzet hiertoe in het regeerakkoord kan alleen een fundamenteel vervolg krijgen als het thema belastingen op het hoogste bestuurlijke niveau komt te liggen. Alleen daar worden spijkers met koppen geslagen.

Voor het uitdijende belastingstelsel werd destijds een hulpje ingeschakeld. Voor het ombouwen naar een evenwichtig en begrijpelijk systeem is echt meer slagkracht nodig.

Chefsache

Bovendien hangt de Belastingdienst bijkans in de touwen. De leegloop van medewerkers vanwege een goudgerande vertrekregeling is daar mede debet aan. Het geschonden blazoen dient opgevijzeld te worden.

De Belastingdienst is de belangrijkste dienst die de overheid heeft. Zonder geldinning zit immers elke andere (overheids)dienst vrij snel op zwart zaad.

De politieke aansturing van deze haperende motor van de overheid moet  ‘Chefsache’ zijn.

Serieuze waakhond

Daarnaast is steeds opnieuw een ministerieel ‘nee’ nodig om bijzondere fiscale regelingen buiten de deur te houden. Want de continue pleidooien om het belastingsysteem te bezoedelen met privileges zijn talrijk.

Een nee schuddende staatssecretaris maakt te weinig indruk op (andere) politici, beleidsmakers en maatschappelijke organisaties. Het wegblaffen van opportunisten kan alleen een serieuze waakhond.

Tot slot moeten we niet vergeten dat de belastingen – helaas – tot in de tentakels van onze samenleving doordringen. Belastingen duiken overal op. Ik kenschets ons belastingsysteem niet voor niets als belastingoctopus.

Lees ook van Michiel Spanjers: Weg met de belastingoctopus.

Prominente positie

Ontwikkelingen in het huursysteem,  zorgstelsel en de tegemoetkoming voor kinderopvang komen via de toeslagen op het bordje van de Belastingdienst.

Aan de andere kant heeft koopkrachtbeleid, woningmarktbeleid, arbeidsmarktbeleid en pensioenbeleid een zeer zwaarwegende fiscale component. En voor de financiering van ons zorgstelsel en sociale zekerheid spelen premies als plaatsvervangende belastingen een grote rol.

Kortom, er zijn heel veel onderwerpen in politiek Den Haag waarbij aan belastingen een prominente positie toekomt. Het lijkt mij daarom zaak eerste rang te zitten.

Niet voor zandbak

Niemand hoort mij daarbij trouwens zeggen dat belastingheffing het meest cruciale onderwerp is van het kabinet Rutte III. In een samenleving op drift, met uiteenlopende nationale en internationale risico’s, zijn andere beleidsterreinen zeker ook van belang, zo niet belangrijker.

Maar belastingen zijn toch zeker wel voor het klimrek en niet voor de zandbak? Kom op zeg! Als we het belastingstelsel en de uitvoering ervan door de Belastingdienst serieus willen opkalefateren, is een eerste vereiste de politiek verantwoordelijke hiertoe ook daadwerkelijk in staat te stellen.

Misschien is het ongepast de nieuwe staatssecretaris in zijn wittebroodsweken gelijk al te storen met deze brisante boodschap. Anderzijds telt een gewaarschuwd staatssecretaris voor twee, hoewel ook dat hem nog geen minister maakt.

Michiel Spanjers is publicist en ondernemer en als fiscalist verbonden aan de Universiteit Leiden. Dit is de vijfde aflevering van een nieuwe serie waarin hij ons fiscaal stelsel onder de loep neemt.