De Belgische minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon komt steeds verder in het nauw na zijn uitspraak over ‘dansende moslims’ naar aanleiding van de aanslagen in Brussel. Meerdere partijen willen van hem weten waar zich dat voordeed, maar Jambon houdt de lippen op elkaar en blijft bij zijn boodschap.
Wel ontkent hij iets te hebben gezegd over ‘dansende moslims’. ‘Ik heb geen uitspraken gedaan over dansen,’ zei hij toen hij werd geconfronteerd met tv-camera’s, meldt De Morgen.
Verwarring
‘Ik heb uitspraken gedaan over feiten die mij meegedeeld zijn in de Nationale Veiligheidsraad.’ Jambon verwijst daarmee naar een interview dat hij afgelopen weekeinde deed met de Belgische krant De Standaard. ‘Een significant deel van de moslimgemeenschap reageerde al dansend op de aanslagen van 22 maart,’ was daarin zijn letterlijke uitspraak.
Nu lijkt hij afstand te doen van het interview in kwestie. Hij deed zowel in andere Belgische media als op een symposium in Den Haag al eerder gelijksoortige uitspraken. De dans-uitspraak uit het interview van afgelopen zaterdag verspreidde hij zelf ook via Twitter. Ook zei zijn woordvoerder die dag dat er ‘geen woord’ van teruggenomen zou worden: een verklaring die nu voor verwarring zorgt.
Waar zijn de dansende moslims van Jan Jambon?
Feesten
De Belgische premier Charles Michel bevestigde dat er op de vergadering tussen ministers en de Veiligheidsraad melding is gemaakt van ‘verschillende steunbetuigingen aan de daders’. Bij de arrestatie van terreurverdachte Salah Abdeslam werden in ieder geval rellen gedocumenteerd tussen groepen jongens die pro-IS-leuzen scandeerden en de politie.
Waar er zich ‘steunbetuigingen’ na de aanslagen hebben voorgedaan, is niet duidelijk en de regering wil daar geen uitspraken over doen uit angst om te ‘stigmatiseren’, verklaarde Jambons woordvoerder maandag.
Lees ook
Afshin Ellian: ‘Falend België wil eigen problemen niet onder ogen zien
Een woordvoerder van de Veiligheidsdienst zegt weer: ‘Het was Jambon zelf die over feestende moslims is begonnen’. ‘Enkele incidenten’ zouden zijn bevestigd door aanwezige agenten, maar wel zou erbij zijn gezegd dat het om ‘marginale incidenten’ ging.
Verschillende politici willen nog altijd een toelichting van Jambon en benadrukken dat het feit dat hij niets prijsgeeft over de incident juist stigmatiseert. Ook internationaal gezien heeft de uitspraak van Jambon de aandacht getrokken. Bij The Wall Street Journal wordt al een vergelijking gemaakt met de Amerikaanse presidentskandidaat Donald Trump, die eerder ook verkondigde dat na de aanslagen van 9/11 ‘duizenden moslims stonden te juichen’.
Woensdag wordt Jambon ondervraagd door een commissie van Binnenlandse Zaken. Zelf blijft hij erbij dat de individuele gevallen van steunbetuigingen significant zijn: ‘de basis van het beleid tegen terreur is radicaliserende jongeren aanpakken. In die zin zijn die gevallen significant’.