De Hongaarse premier Viktor Orbán maakt een tour langs verschillende Europese hoofdsteden om zijn 10-puntenplan te presenteren. Het gaat hier om een uitgebreid voorstel om de buitengrenzen van de Schengenzone te beschermen en het vrije verkeer binnen dit gebied te waarborgen.
Het plan is volgens Orbán nodig, omdat de voorstellen van de Europese Commissie voor de aanpak van de migratiecrisis de ‘verkeerde kant opgaan’, meldt de website Euractiv op basis van de website van de Hongaarse regering.
Weerstand
‘Brussel’ wil het asielsysteem hervormen. Een van de opties is om asielverzoeken voortaan op Europees niveau te verwerken, en een ‘eerlijker’ verdeling van migranten over het continent. Maar vooral tegen die quota bestaat grote weerstand bij Midden- en Oost-Europese landen.
De Hongaren bieden van deze zogenoemde Visegrad-landen het felste verzet. Ze willen zelf bepalen wie ze hun grenzen laten oversteken. Het moet de EU duidelijk worden gemaakt dat ‘het niet acceptabel is dat iemand in Brussel besluit dat de landen hun demografische en economische problemen oplossen door middel van immigratie’.
Lees ook dit essay van Syp Wynia: het verband tussen olie, integratie, migratie en terreur
Hoop rumoer
In februari kondigde Orbán aan dat hij een referendum wil houden over het opgelegde migrantenquotum. Hij wil van zijn burgers weten wat zij ervan vinden dat Hongarije van ‘Brussel’ een verplicht aantal migranten moet opnemen. Orbán vindt het vreemd dat tot dusver niemand in de Unie is gevraagd naar hun mening over de ‘gedwongen migratie’ van ‘Brussel’.
Volgens de EU-plannen zou Hongarije 1.300 migranten moeten opnemen. Het plan om migranten die zich in landen als Griekenland en Italië ophouden te verspreiden over de rest van de EU-lidstaten kwam in september tot stand, maar leidde ook daarna nog tot een hoop rumoer. Inmiddels is er een migratiedeal met Turkije van kracht, die nu langzaam ten uitvoer wordt gebracht.