Erdogan zoekt het hogerop in strijd tegen Duits mediaconcern

Erdogan wil Mathias Döpfner een spreekverbod opleggen - Foto: AFP

De Turkse president Recep Tayyip Erdogan gaat in hoger beroep tegen de beslissing van de Duitse rechter om een spreekverbod tegen Mathias Döpfner, CEO van het Duitse mediabedrijf Axel Springer, af te wijzen. Erdogan legt zijn verzoek nu neer bij een hogere rechter.

Dat meldt Ralf Höcker, de advocaat van Erdogan, woensdag.

Lachen

Döpfner sprak in een open brief zijn steun uit voor de Duitse komiek Jan Böhmermann, die mogelijk vervolgd wordt voor het beledigen van Erdogan. Böhmermann las eerder op de Duitse tv een satirisch gedicht voor waarin hij de Turkse president een schapen-/geitenneuker en een liefhebber van kinderporno noemde.

‘Ik vind zijn gedicht geslaagd. Ik heb er hard om moeten lachen. (…) IK sluit me, meneer Böhmermann, voorzichtigheidshalve inhoudelijk geheel en al aan bij uw formuleringen en honende opmerkingen,’ schreef Döpfner daarna.

De Nederlandse columniste Ebru Umar is verlost van haar ‘landarrest’ en zal, zodra het kan, haar Turkse nationaliteit opgeven. Maar dat betekent helaas niet dat ze van de lange arm van Erdogan af is. Hij kan haar ook in Nederland het leven nog flink zuur maken. Lees het commentaar van René van Rijckevorsel2016-04-25 14:29:38 KUSADASI - Metro-columniste Ebru Umar voert een telefoongesprek op een terras aan het strand, de dag na haar vrijlating. De Nederlandse van Turkse afkomst werd in haar buitenhuis door de politie van haar bed gelicht. Vervolgens werd ze aangeklaagd voor het beledigen van president Erdogan. Ze mag Turkije voorlopig niet verlaten. ANP

Vrijheid

Daarop wilden Erdogan en zijn advocaat ook Döpfner het zwijgen opleggen middels een spreekverbod. Dinsdag wees de rechtbank in Keulen de eis af. Volgens de rechter heeft de gedaagde namelijk ‘het recht om zijn mening vrijelijk te uiten’. Eerder zei Höcker al te adviseren in hoger beroep te gaan als de eis zou worden afgewezen.

De advocaat uit zich fel tegen degenen die zijn cliënt beledigen en trok een opmerkelijke vergelijking. ‘Het is net als bij een groepsverkrachting. Als er een is begonnen, kruipen er steeds meer uit hun holen om mee te doen. En al helemaal als het slachtoffer zogenaamd niets beters verdiend heeft. We moeten als maatschappij oppassen wanneer de dunne lak van beschaving afbladdert en collectieve ontremming ontstaat’.