Het e-mailschandaal blijft de Amerikaanse presidentskandidaat Hillary Clinton achtervolgen. De inspecteur-generaal van het ministerie van Buitenlandse Zaken oordeelde woensdag dat zij tijdens haar bewind de regels heeft geschonden.
Clinton had ‘ten minste alle e-mails over departementale zaken moeten overdragen voordat ze de overheidsdienst verliet,’ is de verklaring, meldt persbureau Reuters.
Onzorgvuldig
Volgens het rapport was Clinton bepaald niet de enige die onzorgvuldig gehandeld heeft. Enkele van haar voorgangers en andere medewerkers op het departement hebben zich er ook schuldig aan gemaakt. In maart vorig jaar werd bekend dat Clinton gebruik had gemaakt van een privé-server voor haar e-mailverkeer. Zijzelf deed dat af als nalatigheid.
Het e-mailverkeer van Amerikaanse bewindslieden moet beschikbaar blijven voor eventueel parlementair toezicht. Omdat Clinton als minister van Buitenlandse Zaken haar eigen server bediende, zou ze niet aan die eis hebben voldaan.
Lees ook Rik Kuethe in 2015: ‘Hillary Clinton is gepantserd genoeg voor een bittere strijd’
Naast het feit dat een dergelijke privé-server gevoeliger is voor hackers, is het voor gebruikers van zo’n server ook makkelijker om e-mails permanent te wissen. Ook zouden mails van een eigen server om privacy-redenen minder snel opgevraagd kunnen worden voor bijvoorbeeld een rechtszaak.
Sinds 2009 geldt in Amerika de wet dat alle correspondentie van ministers moet worden gearchiveerd, zodat journalisten, historici en Congresleden ze kunnen opvragen en raadplegen. Documenten die staatsgeheimen bevatten kunnen niet direct openbaar gemaakt worden, maar moeten volgens de wet wel worden gearchiveerd.
Openbaar
Het feit dat Clinton tijdens haar ambtsperiode alleen een privéadres gebruikte, kwam aan het licht door onderzoek van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden. Een commissie wilde de correspondentie over de fatale aanval op het Amerikaanse consulaat in de Libische stad Benghazi in 2012 onderzoeken, maar kon in de officiële archieven geen e-mails van haar terugvinden. De Benghazi-mails werden later openbaar gemaakt.
Clintons woordvoerder zei woensdag dat regeringsfunctionarissen wisten dat zij een persoonlijke e-mailserver gebruikte. Hij wees erop dat Clintons opvolger John Kerry de eerste is geweest die het e-mailadres van het departement gebruikte. In het onderzoeksrapport staat bovendien dat geen enkele onbevoegde toegang heeft gekregen tot de persoonlijke server van Clinton, aldus de woordvoerder.
De inspecteur heeft het rapport, waaraan zowel Clinton als haar medewerker niet aan meewerkten, verstrekt aan Congresleden. Het was de bedoeling dat het donderdag openbaar gemaakt zou worden, maar het werd voortijdig gelekt.
Naast de inspectie, heeft ook de FBI een onderzoek ingesteld naar de affaire. Ook loopt er nog een aantal rechtszaken onder de Amerikaanse wet openbaarheid van bestuur. Het e-mailschandaal doet de campagne van Clinton bepaald geen goed: het is een van de redenen dat een deel van de Amerikanen haar als ‘onbetrouwbaar’ bestempelt.