Betaalt Turkije de prijs voor Erdogans gok met IS?

Rouwende Turken bij een begrafenis van een van de slachtoffers van de aanslag in Istanbul. Foto: EPA

De bloedige aanslag op het vliegveld van Istanbul was er één in een lange reeks. Er heerst steeds meer frustratie over het regime van Recep Tayyip Erdogan, dat het jihadistenprobleem deels zelf zou hebben veroorzaakt.

Het dodental van de aanslag dinsdagavond is opgelopen tot 43. Drie mannen, geïdentificeerd als bewoners van Oezbekistan, Kirgizië en Rusland, bliezen zichzelf op in en rond het Atatürk-vliegveld in Istanbul. De Turkse onderzoekers denken dat de mannen banden hadden met terreurgroep Islamitische Staat (IS).

Hulpeloos
Terwijl Erdogan zich sterk maakt tegen vrijwel iedereen die kritiek tegen hem uit, lijkt hij hulpeloos in de strijd tegen IS. In de eerste jaren van de Syrische burgeroorlog zou het Turkse regime islamitische strijders in Syrië hebben bewapend. Het afzetten van Bashar al-Assad en de strijd tegen de Koerden leek belangrijker dan de opkomst van IS.

Erdogan liet daarbij zo’n 2,7 miljoen Syriërs toe tot zijn land, zonder al te veel screening. Pas sinds kort, onder meer nadat Turkije NAVO-landen toeliet een luchtbasis bij de Syrische grens te gebruiken, zijn westerse partners overtuigd van Erdogans goede bedoelingen.

Jihadistenland
Foreign Policy schrijft dat Erdogan zich echter al in de voet heeft geschoten. Turkije is verworden tot een land vol jihadisten, die na de Turkse draai hun nieuwe ‘thuisland’ als doelwit zijn gaan zien. Sinds 2015 sloegen de jihadisten zeker negen keer toe, zoals de aanslag in het centrum van Istanbul in januari, waarbij een groep Duitse toeristen omkwam.

Ook na de laatste terreurdaad in Istanbul lijkt weinig te veranderen. Vrijwel meteen werden sociale media (weer) platgegooid door de regering en berichtten staatsmedia maar mondjesmaat over de aanslag, al meldden die donderdag wel dat de Turkse politie dertien terreurverdachten heeft opgepakt. Het vliegveld werd de dag na de aanslag alweer geopend, alsof er niets aan de hand was.

Frustratie
De frustratie bij de Turkse oppositiepartijen neemt snel toe. Woensdag diende CHP een motie in om een commissie op te richten, die het IS-netwerk in Turkije kan onderzoeken. De AKP-partij wil er niet aan, ook niet toen parlementslid Eren Erdem in een speech de bewijzen uiteenzette voor de machtspositie van IS in Turkije.

Erdem deelde informatie over mogelijke rekruteringscentra in Turkije en vertelde waar slapende IS-cellen zich bevinden. Ook toonde hij een Turkstalig tijdschrift van de terreurgroep, Konstantiniyye. In een editie van vorig jaar verklaarde IS daarin de oorlog aan Turkije. CHP-leider Kemal Kılıçdaroğlu vroeg zich donderdag af: ’78 miljoen Turken klagen over terrorisme, maar wat doet onze overheid eraan?’