De parlementsverkiezingen in Spanje bieden geen zicht op een oplossing voor de politieke impasse in het land. Geen enkele partij heeft de absolute meerderheid behaald.
De conservatieve partij Partido Popular (PP) van premier Mariano Rajoy won een paar zetels, en bleef daardoor de grootste. Maar een absolute meerderheid voor de conservatieve partij zit er niet in.
Ook de opkomst bleef achter. Ging bij de laatste verkiezingen in december vorig jaar nog 58,2 procent van de kiesgerechtigden naar de stembus, zondag bedroeg het opkomstpercentage 51,2 procent.
Meerderheid
Op basis van exitpolls schrijft de krant El Pais dat de PP 137 zetels (nu 123) in de Spaanse Tweede Kamer behaalt. Met dat aantal blijft Rajoys partij ver verwijderd van een meerderheid van 176 zetels. Het parlement telt in totaal 350 zetels.
De links-radicale partij Podemos – een soort broertje van het Griekse Syriza, voldoet niet aan de verwachtingen in de peilingen. De partij van Pablo Iglesias krijgt 71 zetels. De traditioneel grote socialistische partij houdt de schade beperkt tot 85 zetels. Dat betekent dat links in Spanje wel in de buurt van een meerderheid komt.
Greep
Volkspartij (PP) kreeg ook in december de meeste stemmen, maar verloor de meerderheid in de 350 leden tellende Spaanse Tweede Kamer, het Congres van Afgevaardigden. De decennialang dominante partijen, de PP en de sociaaldemocratische PSOE, verloren toen hun greep op de politiek. Ze kregen de links-radicale beweging Podemos (We kunnen) van Pablo Iglesias en de liberale Ciudadanos (Burgers) van Albert Rivera als grote stromingen naast zich.
Maar alle pogingen om een coalitie te vormen, mislukten. Ook een allerlaatste poging van PSOE-leider Pedro Sánchez om toch nog een linkse coalitie te smeden, liep op niets uit. Ze kunnen het met een nieuwe mandaat van de kiezer wederom proberen er samen uit te komen. Al is de verdeeldheid in het land – dat na de dictatuur van Franco feitelijk een tweepartijenstelsel kent – even groot als een paar maanden terug.
Hoewel de economie na een grote recessie is aangetrokken, ligt de werkloosheid nog altijd rond de 20 procent (de jeugdwerkloosheid nog veel hoger) en dreigen problemen met de oplopende staatsschuld. Een nieuwe regering is snel nodig, waarschuwde de Spaanse centrale bank al, om de groei te beschermen.