Jarenlang ruziën China en de Filipijnen over een eilandengroep in de Zuid-Chinese zee. Dinsdag oordeelde het Permanente Hof van Arbitrage in Den Haag dat China geen enkel ‘historisch recht’ heeft op de eilanden. De Chinezen zeggen zich niets van de uitspraak aan te trekken.
Zowel China als de Filipijnen claimen eigendom van de reeks eilandjes en riffen in de Zuid-Chinese zee, de Spratly-eilanden. De Chinezen wijzen daarbij naar een landkaart uit 1948, de Filipijnen willen een VN-afspraak uit 1982 hanteren.
De eilanden zijn klein, maar militair en economisch van groot belang voor beide landen. Zo liggen er in de regio grote olie- en gasreserves en is het een belangrijke handelsroute voor schepen.
Chinezen bebouwden de eilanden, maar hadden daar geen recht toe
China, dat zo’n 90 procent van de eilanden claimt, vergrootte de zandbanken de afgelopen jaren, door de eilanden op te spuiten. Volgens Amerika werden in achttien maanden tijd 800 hectares land ‘gecreëerd’. China militariseerde de zone, onder meer door de bouw van havens en landingsbanen. De gefrustreerde Filipijnse regering spande daarna een rechtszaak aan.
Eerder op Elsevier.nl Hoe lang houdt China vast aan riskant schaakspel op zee?
Het Permanente Hof van Arbitrage in Den Haag oordeelde dinsdag dat China geen ‘historisch recht’ op de eilanden heeft, een overwinning voor de Filipijnen. Het Hof kan niet zomaar het eigendom van de eilanden overhevelen naar een rivaliserend land, maar geeft met de uitspraak wel aan dat de Chinese acties in het gebied tegen internationale wetgeving zijn.
China wil niets van de uitspraak weten
Nog voor de uitspraak van het Hof gaf het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken al aan dat ze niets met het oordeel gaan doen. Het tribunaal zou onderdeel uitmaken van een Amerikaans complot tegen China en moet dus niet serieus worden genomen, aldus de Chinezen. Toch kan worden verwacht dat de internationale druk op China om de activiteiten in de Zuid-Chinese zee te staken, zullen toenemen.